Volledige werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
(1952)– Multatuli– Auteursrecht onbekend865.Het is een zonderling praatje van geschiedenismakers, dat 'n Volk, als zodanig, ergens vandaan gekomen is. Ze begaan hierin denzelfden blunder als we aantreffen in byna alle cosmogonieën. Wat genesis is, een wording, krimpt men in tot op zichzelf staand feit, tot afgesloten handeling. Het heeft er iets van, alsof men 't oudworden van den mens aldus beschreef: ende toen roerde Saturnus de wieg aan, en 't pasgeboren wicht was tachtig jaar. Nogal naief erkennen de historici by 't vermelden van zulke volksverhuizingen, dat men niet geheel juist kan opgeven wanneer ze voorvielen, alsof men zeide: wy hebben maar niet kunnen te weten komen hoe laat het eigenlyk was, toen de oude man van nul op tachtig sprong. Is 't niet betekenisvol dat dit vruchteloos nasporen van een bepaald tydstip, nooit op 't denkbeeld bracht dat zodanig tydstip niet bestond, niet bestaan kan? De oorzaak zal wel hierin liggen dat de heren voorgangers zelf scholen hadden bezocht, en zich dus niet te buiten gingen aan onafhankelyk denken.Ga naar voetnoot* Doch... waarom die ziekte meegedeeld aan het kind? Het aanmoedigen van beredeneerd niet-begrypen, van 't vragen om opheldering, en vooral van 't zelf zoeken ener oplossing, zou denzelfden wel- | |
[pagina 588]
| |
dadigen invloed op den kleinen denker uitoefenen, als 't waarnemen van de lydensgeschiedenis der zieke koe op den boerenknaap. |
|