858.
Genot en Deugd zyn gevolgen van Veredeling. Deze wordt bevorderd door Kennis. Kennis is grotendeels een gevolg van welgebruikt denkvermogen. Is er nu te verwachten dat de som van Genot groter zal zyn by gelyktydige ontwikkeling der denkkracht van allen, of moet hierin zekere afscheiding plaats hebben, zeker rangverschil?
Indien uitbreiding van het goede kan geschieden zonder scha voor 't gehalte, dan is de vraag ogenblikkelyk beantwoord in extensieven zin, en de woorden: dorpsschool, boeren-onderwyzer, lager onderwys, drukken een ongerymdheid uit. De beenbreuk van 'n dagloner en van den aanzienlyke, vorderen in den wondheler dezelfde bekwaamheid. Zo zou ook het meedelen van kennis aan geringer stand, dezelfde zorg vereisen die wy ten koste leggen aan de hogere klasse, en zelfs in den beginne méér. Professors moeten dan naar de dorpen - nu voor 'n ogenblik aannemende dat de onwetendheid daar groter is en dat 'n professor meer wetenschap levert dan 'n ander - en de akademiën waar de discipelen per se enigszins bekwaam zyn, zouden zich voorshands kunnen behelpen met hulponderwyzers. Zodra dan de niveau zou gelykgevloeid zyn, kon alle onderscheid ophouden.