tikt mee, en zet de boeiende anabasis... daar gaat-i weer: de katabasis, op muziek. De jonge komponist volgt z'n sujet met de ogen, en verslindt heerlyke sprookjes, prachtige vertellingen, verrukkelyke geschiedenissen. Hy is op reis tussen Ninive en Babylon... tik, tik! Vi...ce...ver...sa...
Wat anders! Xerxes dreigt. Tik, tik... daar komt-i aan: Griekenland, pas op! Tik... in 't midden, een dood punt: Hellespont. Nogeens tik... hy is er over! Weer tik... daar is hy! Tik... 't dooie punt: Thermopylae! Tik aan de andere zy: Marathon! De geschiedenis is uit.
Wat anders! Nu eens van Rome naar Karthago... heen en weer... tik, tik! De... len... da... tik, tik Hannibal... an... te... por... tas? Nog niet! Alpen... een dood punt... tik: hy is er! Tik, tik... daar komt Fabius! Halt in 't midden... 'n dood punt weer: Cunctator! Rechts... links! Delenda? Ja. Deleta? Neen. Tik... tik: Cannae! Tik, tik... 'n dood punt: Capua! Tik... Scipio! Tik, tik, tik, tik, tik: Zama... tóch deleta!
Och, de kleine denker kwam niet zo ver. De lieve Natuur der dingen zorgde wel dat het drama hem niet forser aangreep dan de weke hersentjes nut was. Vermoeid van waarnemen, juist genoeg om zich te sterken, niet genoeg tot rekken van z'n belangstelling boven de spankracht, sliep hy voldaan in, misschien reeds te Ninive... zyn Capua. La reprise à tantôt, als hy uitgerust is.