804.
Meent men dat de laatste opmerkingen in tegenspraak zyn met de door my verdedigde stelling dat Wysbegeerte de roeping van alle mensen is? Ik geloof het niet. Gelyk overal, dring ik aan op zelf-waarnemen, zelf-oordelen, zelf-besluiten. Maar ik wenste dit alles verbonden te zien met wat blyken van ernstige inspanning. Wie 't ploegen en eggen verzuimde, neme geen deel aan het oogstfeest, alsof hy behoorlyk had meegewerkt. Dit is stuitend voor den arbeider, die in 't zweet zyns aanschyns derft. Het suum cuique, gelde zelfs voor den eerlyken werkman die geen graankorrel verwaarloosde, geen aar vertrad.
De dagdieven moesten in hun eigen belang bedenken dat er weldra niet te dagdieven vallen zou, indien hy zich niet inspande.