overigens niet dat de verplichting om zekere ruimte te vullen, het verkondigen van onzin wettigt.
Er zou veel aan te voeren zyn tegen zulke laffe verontschuldigingen van de dagbladen - die dan toch altyd met hun zot ‘Wy’ zich 't voorkomen trachten te geven van voorlichters der publieke opinie - maar, ter versterking der bewyskracht, ontleen ik myn staal liever aan 'n ander soort van schryvery.
Na 't genieten der zielen-ontboezeming van de heren Zaagspoor en Spoorzager, komt het me niet ongepast voor, den lezer te onthalen op 'n kunststukje van Mr Jacobus Scheltema. Ik bedoel 's mans demonstratie van de byzondere krygskundige bekwaamheden die de achttienjarige prins Willem van Oranje by Quatrebras aan den dag legde.
Deze beide uitersten raken elkander door tegenstelling. De wawelaars in koffiehuis of spoorwagen vormen gezamenlyk 'tzelfde publiek dat de werken van Mr Jacobus Scheltema las en toejuichte.
Stipt genomen had ik me by de spoorpraatjes kunnen bepalen, en overigens verwyzen naar wat ik op andere plaatsen over enige schryvers van naam gezegd heb. Doch 't is my in de tegenwoordige omstandigheden...
Daar gaan weer vyftig ossen langs myn woning.
...het is me by de chauvinistische krankzinnigheid die overal heerst, by al 't geschreeuw over moed, vaderlanden en dapperhedens...
Een trein vol helden doet m'n schryftafel schudden. Ze betuigen allen luidkeels dat ze naar Parys gaan. 't Kan wel waar zyn. De twee officieren van 750 zyn er al. Op zo'n manier zullen er ook wel Fransen te Berlyn komen. 't Is zeker een der goedkoopste middeltjes om de wereld te zien.
Nu, by al die oorlogery is my een modelletje van vechtleugens niet onwelkom. In het door my van Scheltema afgeknipt staal komt iets voor, dat geheel aan de orde van den dag is: de fameuze krygskunde. 't Kon niet beter. De lezer kan zich daarmee oefenen in 't wél lezen van de wonder-bulletins die weldra door de couranten - de part et d'autre - zullen worden opgedist. Want om tot lezen-leren aan te sporen, is 't my in 't eind te doen.