schryven om warm weer te krygen. In Engeland is de meeting-mode 'n uitvloeisel, geenszins oorzaak van de belangstelling in publieke aangelegenheden. Het ligt daar in den aard van 't volk, zich te bemoeien met de res publica, en dáárom spreekt men er over, dáárom wordt de publiek-spreker - onder belemmerende voorwaarden echter! - aangehoord. Maar noch dat spreken zelf, noch 't luisteren daarnaar, heeft ander gevolg dan 't berekenen - by benadering altoos, en meestal onnauwkeurig - van 't getal gelykgezinden en den graad van geestdrift waarop men meent te kunnen staat maken. Zo'n geruchtmakende meeting is geenszins 'n poging om door wryving van gevoelens tot waarheid te komen. Het is óf een revue, óf een parade. Soms ook 'n oorlogsmiddel om andersdenkenden af te schrikken, of om de weifelende meerderheid die zich veiligheidshalve liefst by de sterksten aansluit, tot beslissing in gewenste richting over te halen. Het spreekt dus vanzelf dat zulke manoeuvres in den stryd over staatkundige of maatschappelyke geschilpunten, niet te maken hebben met het onderwerp van dit vertoog over de vraag: of publieke spreekbeurten gunstig werken op 't streven naar waarheid?