705.
Ik bedoel volstrekt niet dat alle zendelingen hun roeping in levensgevaar volbrengen. In zeker rapport van den ‘inspector’ Van Rhyn, is veel onwaars. Die man doet het voorkomen alsof er steeds martelary in 't spel was, en spreekt over zyn in 't Menadose gemaakte reisjes op 'n manier die den lezer in den waan brengt dat ‘de Heer’ zich heeft moeten inspannen om hem er door te helpen. Het ware voor dien ‘Heer’ te wensen dat hy nooit iemand te redden had uit groter gevaren dan dezen Van Rhyn bejegend zyn. Slechts voor 'n deel kan men 's mans Aufschneiderei op rekening zetten der onnozelheid van iemand die - als veel dominees van zyn soort - weinig ondervonden heeft. De toeleg om zich voor 'n zwaarbeproefden Paulus te doen doorgaan, openbaart zich hier en daar in opzettelyke leugen. Zo zyn ze!
Ik erken dat de positie der zendelingen soms onaangenaam wezen kan, vooral indien ze - zoals Willebrord op Walcheren - de konkurrentie met de huisgoden wat ruw doorzetten. In de Batalanden zouden eens 'n paar amerikaanse zendelingen opgegeten zyn, en ook op Borneo is de behandeling vaak onheus. Maar die gewesten liggen ver van de Menadose bovenlanden, die Van Rhyn bezocht, en waar de bevolking allergoedaardigst is.
Ik heb ten aanzien der Zendingszaak o.a. drie vragen te doen, waarop 't antwoord wel niet zal gegeven worden.