de verwarring, op de duisterheid, op 't décousu zyner lessen, moet inderdaad de dociliteit van z'n omgeving bewonderen. Wat zou er, in overigens gelyke omstandigheden, in ónzen tyd, in ónze steden geschieden?
Gelooft men dat 'n Hollands publiek de bergrede ten einde toe zou hebben aangehoord? Zonder gemompel? Zonder klacht over niet begrypen? Zonder ruw geuiten wrevel over des Meesters vreemdklinkende taal, of eigen stompzinnigheid?
Immers neen.
Waarschynlyk had men hem op nog onaangenamer wyze het voortspreken belet.