neemt, intelligenter dan de zebra die vriend en vyand schopt, of liever met wien 't onmogelyk is anders dan als vyand om te gaan?
Nog een blyk voor de juistheid van m'n opvatting in dezen, zou kunnen liggen in ons spraakgebruik (490, en elders) dat de uitdrukking: ‘er is geen spreken met dien man’ synoniem maakt met: ‘hy is 'n ezel’, terwyl de betuiging dat ‘iemand goed van aannemen is’ als 'n lofspraak geldt op z'n begrip. Ook het reeds gebezigde woord: vatbaarheid, pleit voor m'n stelling.
Dat ook het geheugen van volken of individuen, die niet lezen of schryven, sterker is dan van andere, ga ik nu voorby, omdat ik in dit betoog alleen met intelligentie te doen heb, voor zo ver ze samengaat met dociliteit, of daaruit blykt.