699.
Ik heb het laatste woord nu reeds herhaaldelyk genoemd, en my tot nog toe ter voorkoming van verwarring onthouden van de opmerking dat de zaak die daarmee zou moeten worden aangeduid, in ons land eigenlyk niet bestaat. Noch ons klimaat, noch de daaruit ontstane bouworde onzer steden en huizen, noch ook de met een en ander in nauw verband staande zeden, vergunnen ons tot het volk te spreken. We hebben geen forum, geen zuilengangen, geen atheense markt, geen rostrum, geen tribune. De boekdrukkunst verschafte ons een wyze van gedachten-uiting, die in zekere opzichten beneden, in andere boven het gesproken woord staat. Indien wy bewerken konden dat ieder het lezen verstond - een vrome wens! - zou er misschien veel gewonnen zyn, doch zolang dit het geval niet is, staan wy, wat het verveelvuldigen der gedachten aangaat, in zekeren zin beneden Grieken en Romeinen, ja zelfs beneden sommige arabische stammen. In zekeren zin! Wat wy aan uitbreiding won-