688.
En wie zyn nu de bewerkers van dit kwaad? Meestal onbeduidende persoonlykheden die nooit blyk gaven van bevoegdheid tot het beoordelen van zaken die zy weten, en dus nadrukkelyk moeten gewraakt worden als rechters over handelingen die hun slechts ten dele, soms in 't geheel niet, bekend zyn. Doch al ware dit anders, zyn zúlke beoordelaars op de hoogte om de oneindig ver uiteenlopende dryfveren te onderscheiden, waaruit vaak gelyke handelingen voortkomen? Is 't hún toevertrouwd rekening te houden van verschil in aanleiding, standpunt, bedoeling? Kan men van hen verwachten dat ze met een zuiver oordeel des onderscheids den regel toepassen: niet allen die dezelfde daad verrichten zyn even schuldig, of gelykelyk te pryzen? (50, 70).