680.
Wie weet! Ook de rechtsgeleerden, en over 't algemeen de zodanigen die door 't beoefenen van 'n bepaald vak, of door de uitoefening van een beroep, dikwyls genoodzaakt zyn iets te leveren dat niet in hen is, maken zich gewoonlyk schuldig aan zulke bitjara kosong. Wat in den aanvang een niet gemakkelyke taak was, wordt weldra een verderfelyke hebbelykheid. Die verhandelmanie is - men meent door Goethe - alleraardigst gepersiffleerd in 'n latynse dissertatie: ‘over de manier van procederen tegen op 't crimen van bloedzuigen, of 't delictum van vagabondage betrapte... vlooien’. 't Stuk is een model van akademisch-pedante juristery, en zou wel 'ns mogen herdrukt worden.