Volledige werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
(1951)– Multatuli– Auteursrecht onbekend430.Ik zeide: niemand weet wat god aangenaam is, en hoe hy dus zou willen gediend worden. Die god zelf zou immers, in z'n eigen belang, hebben gezorgd dat er geen twyfel bestond over de wyze van dienen. Stel u voor, dat velen u belasting schuldig zyn, en die behoren op te brengen in natura. Gy hebt in uw huishouding zeker artikel nodig... de opbrengst dáárvan zou u aangenaam wezen, daarmee zou men u dienen. Maar de personen die verplicht zyn u die dienst te bewyzen, | |
[pagina 633]
| |
aant.
Wat zou eenvoudiger wezen dan eens-voor-al te zeggen: ‘goede lieden, ik begeer dát!’ Waarom die arme belastingschuldigen te plagen met de voortdurende onzekerheid of 't opgebrachte wel inderdaad strekt tot kwyting van hun schuld? |
|