415.
Ik zeg: zogenaamde godsdienst, want ze bestaat niet. Neem een God aan, zo als ge wilt... maak hem dartel en wellustig als Jupiter, of lastig en kwalyknemend als de god der Christenen... noem hem Vischnou, Siwa, Bouddha, Thaut, Jao, Jehovah, Zeus, Voorzienigheid, Almacht, Noodlot of Natuur... dienen kunnen wy hem niet.
Om niet te blyven hangen aan 'n woord, wil ik dat ‘dienen’ wel aannemen in den zin van: hem aangenaam zyn, zyn wil doen.
De vraag is dus: wat is zyn wil.
Voor my zou er in zekeren zin een antwoord kunnen bestaan op die vraag. (162) Maar die vraag kan niet worden beantwoord door de aanbidders ener persoon, of van personen.
Niemand weet het, en zy die beweren het te weten, zyn 't onderling niet eens.