Volledige werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
(1951)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 614]
| |
Zy bewoonde geen hol, zoals in Hans, maar hield haar hof ver boven de wolken, wat luchtiger is, en dan ook beter past voor 'n koningin. Zy droeg 'n halssnoer van sterren, en er was 'n zon gezet in haar zegelring. Als ze uitging, stoven de nevelvlekken op als stof, en met 'n waaierslag verjaagde zy de firmamenten. Haar kinderen speelden met planeten als knikkers, en klaagden dat die zo moeilyk waren weer te vinden, na 't wegrollen tussen 't huisraad. Het zoontje der koningin, prins Upsilon, was verdrietig daarover, en verlangde gedurig ander speelgoed. De koningin liet hem 'n doosje siriussen geven, maar binnen weinig tyds waren ook deze weer verloren. Doch 't was Upsilons eigen schuld. Hy had maar beter moeten achtgeven op z'n speelgoed. Men stelde hem zo goed mogelyk tevreden. Maar wat men hem ook gaf, gedurig vraagde hy wat anders, wat groters en méér. Dat was 'n fout in 't karakter van den kleinen prins. De moeder, die als koningin der geesten 'n zeer verstandige vrouw was... |
|