Volledige werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
(1951)– Multatuli– Auteursrecht onbekendWeer 'n hoofdstuk zonder Ideeën. Diepzinnige achterhoudendheid van Juffrouw Laps. Predikatie van Stoffel. Wouters | |
[pagina 544]
| |
standvastige trouw aan Glorioso. Roerende terugblik op Scelerajoso's dood, dien we, om 't gevoel des lezers te sparen, en wegens binnenlandse betrekkingen, slechts lieten gissen in 365. Fatsoenlyk sterfgeval van Glorioso. De laatste Koning van Athene. Bedorven magen en verscheurde trommelvliezen, voorgesteld als gevolgen ener eigenaardige stofwisseling. | |
377.Ik weet niet welke profeet onzen Wouter werd ingegeven, tot straf voor 't wegmaken van z'n bybeltje. De huisdominee kwam er by te pas, en de man was puur ontsteld over zoveel boosheid. Juffrouw Laps die op de ondervoorkamer woonde, had er ook van gehoord. Zy was zeer godsdienstig, en beweerde dus dat zo'n jongen opgroeide voor de galg, want: - Men begon met 'n bybel, zei ze betekenisvol, en eindigde met wat anders. Niemand evenwel heeft ooit kunnen te weten komen, wat dan toch dat andere wel wezen zou, als men begonnen was met 'n bybel. Ik denk dat zyzelf 't niet wist, en dat ze 't maar zo zeide, om de mensen in den waan te brengen dat ze veel levenswysheid bezat, en meer van de zaken verstond dan zy uiten wilde. 't Is my wél, schoon 'k niet houd van wysheid die zich niet openbaart in verstaanbare woorden, en als 't myn zaak geweest was, zou 'k juffrouw Laps den duim tussen de deur gezet hebben. Stoffel hield 'n napreek, waarin-i aanvulde wat huisdominee vergeten had. Hy sprak van Koran, Dathan en Abiram, die iets dergelyks misdaan hebbende als Wouter, daarvoor waren gestraft met 'n ontydige begrafenis. Ook zeide hy: ‘dat de eer van de familie op d'ouwebrug was verloren gegaan, dat hy, als ‘enige’ oudste zoon van 'n onbesproken weduw, en als derde ondermeester op de stads-tussenschool, verplicht was zorg te dragen voor de eer van 't huis...’ - Van Beieren, zei Leentje zacht. ‘Dat 'n huwelyk, of 'n andere conditie, voor de meisjes kon afspringen door Wouters schuld, want dat niemand zou willen te doen hebben met meisjes, die...’ In 't kort, Stoffel beweerde ‘dat het schande was, en dat-i de ogen neersloeg voor ieder die kennis droeg van 't feit. Hy had | |
[pagina 545]
| |
aant.
En eindelyk: ‘dat-i bevreesd was over de Nieuwmarkt te gaan, omdat die hem zo onaangenaam herinnerde aan de vreselyke voorspelling van Juffrouw Laps, omtrent Wouters toekomst.’ Daarop volgde nog iets over die Koran, Dathan en Abiram, waarop de hele familie uitberstte in gehuil, omdat het zo byzonder treffend was. Wouter troostte zich met de gedachte aan Glorioso, en als er gesproken werd van ‘dat andere’ dat komen zou, volgens juffrouw Laps, droomde hy van z'n huwelyk met de schone Amalia, wier sleep gedragen werd door zes pages. Juffrouw Laps zou zeker vreemd hebben opgezien, als ze die uitlegging van haar ingeslikten climax ware te weten gekomen. 't Spreekt vanzelf, dat alle pogingen om onzen held te bewegen tot het openbaren der wyze waarop hy 't ontvangen geld had besteed, ydel waren. Men moest daarvan afzien, na 't vruchteloos aanwenden van alle gebruikelyke middelen. Water en brood, water en geen brood, brood zonder water, water noch brood, huisdominee, Stoffel, Habakuk, juffrouw Laps, tranen, slaag... alles tevergeefs. Wouter was er de jongen niet naar, om Glorioso te verraden. Dat had-i juist zo lelyk gevonden in dien Scelerajoso, die dan ook slecht afspeelt, zo-als wy gezien hebben. Zodra 't hem weer vergund was te wandelen met de Hallemannetjes, d.z.b.f.w., ylde hy naar de brug buiten de aspoort, om z'n boeiende lektuur voort te zetten, en hy herhaalde dit tot het rampzalig ogenblik waarop-i moest afscheid nemen van z'n held, die op 't laatste blaadje als berouwhebbend generaal-majoor sterft, in de armen van de deugdzame Elvira. Toen Wouter z'n boek had teruggebracht in de Hartenstraat, werd z'n blik aangetrokken door amandeltaartjes by 'n banketbakker op den hoek. Hy handelde met Glorioso als de Atheners met Kodrus: niemand was waardig zo'n held op te volgen, en binnen weinig tyds was 't overschot van 't Nieuw-Testament veranderd in maagbedervend gebak. Dat ook weer veranderde. Wat het aandeel betreft der ‘gezangen’ in het saldo dat Wouter restte na z'n italiaanse reis, zy leverden zeer eigenaardig de vaste stof tot 'n drietonige mondharmonika, die oren en ziel | |
[pagina 546]
| |
scheurde, en weldra door meester Pennewip werd geconfiskeerd, als storend voor de schoolrust. |
|