250.
In de beoefening van menskunde, maken wy dikwyls dezelfde fout als veel tekenmeesters. Het kind tekent een prentje na, waarop iets staat dat 'n paard verbeeldt, maar zelden tekent dat kind een paard.
Als 't mogelyk ware dat 'n onbeduidend mens zich behoorlyk kon uitdrukken, en al de gedachten weergeven, die er opkomen