Volledige werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
(1951)– Multatuli– Auteursrecht onbekend240... of 't misschien werd veroorzaakt door te grote concurrentie... dit alles durfde de brave Colineau niet beslissen. Genoeg, de praktyk bleef uit, en na twee, drie jaar huwelyk, hadden ze 't weinige huisraad dat hun overbleef, te gelde gemaakt, om als passagiers van de derde klasse te kunnen vertrekken naar Italië. Daar misschien zou met de beweging die op- | |
[pagina 454]
| |
aant.
- Je vous souhaite beaucoup de succès, monsieur... mais cela ne m'explique pas... - Ah, c'est vrai... pourquoi madame... - Non, non, Colineau... mon pauvre ami... c'est à moi de le dire! En neerhurkende op het dek naast de kajuitslantaarn waardoor 'n flauw licht scheen, opende zy haar mantilje... zocht iets, naar 't scheen, tussen 't corsage van haar kleed, en opstaande: - Voici, monsieur... voici pourquoi je suis si contente d'être pauvre avec mon bon Colineau... voyez! En ze greep den vreemde by den arm, en trok hem zachtkens voort en neder, tot by 't licht dat er scheen uit de kajuit, en toonde hem... By m'n ziel, 't was weer een sleutelring met heilige poppetjes van tin of van lood! De vreemde begon verdrietig te worden. Hy zocht wysheid, en vond niets dan dwaasheid op z'n weg. Hy wilde weten, begrypen, kennen... en overal werd hy geplaagd met domheid! Hy werd knorrig omdat-i zich teleurgesteld voelde by 't ontdekken van zulke kinderachtigheid in een gemoed dat hem, uit 'n oogpunt van menskunde, de moeite van 't ontleden waard scheen. Vry droog uitte hy z'n verstoordheid door, als tot den monnik, maar iets ruwer, te zeggen: ‘dat-i geen geloof sloeg aan gekheden.’ - Comment, monsieur, des bêtises? Ma bonne, sainte, douce Vierge... des bêtises? Ah monsieur, si vous saviez comme elle est pleine de grâces! Ah, si vous saviez comme elle me rend riche dans notre pauvreté... n'est-ce pas, Colineau? Dis-donc à m'sieur, comme elle est bonne pour nous, comme elle me rend contente et heureuse, tous les jours de ma vie! Colineau wilde juist beginnen een verklaring te geven van de wonderbare werking der Heilige Maagd - zenuwvlecht, duizeligheid, zeer kleine hersenen, enz. denk ik - toen de sombere gestalte van den monnik zich vertoonde in 't halfdonker van het achterdek. Hy sprak den vreemde aan: - J'ai prié, mon fils! Mon fils, j'ai prié pour vous! La bonne Vier- | |
[pagina 455]
| |
aant.
- Loop naar den duivel, zei de vreemde, ditmaal in 't Hollands, loop naar den duivel met je Sainte Vierge! En na vluchtig te hebben gegroet, ging hy naar z'n hut, om te slapen. Hy hoorde boven zich, hoe de dame die den gansen middag zo dartel was geweest, tot den monnik zeide: - Bénissez-moi, mon père! En hoe de monnik antwoordde: - Je vous bénis, ma fille! Que notre Dame de la Garde vous préserve du péché... du seul malheur qui soit au monde! |
|