166.
Als spel, en tot oefening van vernuft, is men gewoon aan jongelieden op te geven verband te zoeken tussen twee - of meer - geheel ongelyksoortige, ver van elkaar verwyderde, en schynbaar onderling niet verwante gebeurtenissen. Ik herinner me den tyd toen we ons vermaakten met het aantonen van den invloed der Babylonische gevangenschap op de Amsterdamse beurs. Met de gevolgen der vrolykheid van Darius' paard, voor de westerse beschaving...
Maar, toevallig, die gevolgen liggen bloot. Een schoolknaap kan ze u aantonen, en ditmaal zonder vals vernuft. Ik had dit laatste voorbeeld niet moeten kiezen, wyl 't my te doen is om aan te tonen dat er inderdaad, naar Gods wil - men weet nu wat ik hiermee bedoel - verband is tussen de schynbaar meest uiteenlopende voorwerpen, zaken of gebeurtenissen. Daarby komen dus geen voorvallen te pas, die elkander raken van zó naby als de Europese beschaving en de voorafgaande Perzische oppermacht, die Darius te danken had aan de vurigheid van z'n paard.
De Natuur is alles, en: alles is natuurlyk. Waar 't ons gegeven is de volgorde na te gaan van de logica der feiten, erkennen we dat natuurlyke, die: noodzakelykheid. Waar die logica ons ontsnapt - omdat we zo weinig weten - denken we aan een God.