Volledige werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
(1951)– Multatuli– Auteursrecht onbekend165.Elk voorwerp bestaat uit de som zyner eigenschappen. De som der eigenschappen van de noodzakelykheid stelt 'n éénheid daar, die we, by nadering, trachten uit te drukken door allerlei naamwoorden met het versterkend al daarvoor. Alwysheid, algoedheid, almacht, alwetendheid... Ja, hoe onwetend ook, is toch diezelfde noodzakelykheid, in zekeren zin, alwetend. Voeg den inhoud van twee zakken meel by elkaar. In den eersten zak waren x meelstof jes. In den tweeden 2 x+(of -) y. Na 't byeenvoegen zullen er samenzyn juist: 2 x+(of -) y stofjes. Ja, maar er zyn stofjes gebroken, gedeeld... de noodzakelykheid weet dit precies, en heeft voor elk stofje dat gekneusd werd, gebroken in byv. 100 delen, 99 stofjes méér berekend. Maar, er zyn stofjes verloren gegaan, d.i. verwyderd. De noodzakelykheid heeft ze behoorlyk afgetrokken. Een boekhouder, een rekenaar, kan zich vergissen. De noodzakelykheid nooit. Ander voorbeeld. Gegeven een schip met zóveel diepgang, zóveel tegenstand, zóveel zeilen, enz. De wind blaast op die zeilen met gegeven kracht, en uit een gegeven hoek. Stel alle nodige opgaven bekend, dat ze niet kúnnen wezen, wyl er veel factoren ontsnappen aan ons gebrekkig waarnemingsvermogen. Wordt gevraagd: de snelheid van 't vaartuig? Die berekening is niet gemakkelyk, en wat volkomen juistheid aangaat, onmogelyk. De noodzakelykheid weet het. Haar ontsnapt niets. Zy brengt alles in rekening, tot de wryving van 't visje dat zich schuurde tegen 't scheepsboord, tot den invloed van den wind op 'n hoofdhaar | |
[pagina 389]
| |
aant.
|
|