Nommerkransje(1838)–J.F.L. Müller– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Tien en drie is dertien enz. Tien en Drie en Tien en Vier, Noemt men Dertien, Veertien. Hier Kindren! vindt ge aan een' der hoeken, Drie maal vijf, dat 's Vijftien boeken. - Zestien flesschen op een rij, Ziet gij, juist aan de andre zij. - Tien en Zeven dikke wafels Liggen ginds op een der tafels. - En, zoo gij tot morgen wacht, Wordt de Zeven vast eene Acht; Want ik zal de bakster zeggen, Dat ze er twee nog bij moet leggen; Dan krijgt gij er tien - en ik Ben met negen in mijn' schik. Vorige Volgende