Nommerkransje(1838)–J.F.L. Müller– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Drie en een is vier. Doortje. Laat ons eens beproeven, Jan! Wie het hoogste gooijen kan. Zie, ik heb vier dobbelsteenen, 'k Zal de helft er u van leenen, Dan heeft ieder twee, niet waar? Jan. Ja, werp gij dan 't eerste maar. Doortje. Ik gooi drie en een, dat 's vier. Jan. En ik net zoo veel, kijk hier. Vorige Volgende