| |
| |
| |
Eerste deel
| |
| |
Deze opera speelt zich globaal af op drie niveaus: (1) dat van de arbeiders die gedurende de hele voorstelling bezig zijn het beeld op te bouwen; (2) dat van het thema van Don Juan en de Commandeur; (3) dat van een groep hooggeplaatste amerikaanse zakenlieden. Op elk niveau is een reconstructie aan de gang.
De zeven arbeiders komen op, halen een schoen van het beeld vanachter het toneel en brengen deze in de piste; op het moment dat de schoen wordt neergezet verschijnt de aankondiging:
| |
| |
| |
A is Amerika
De ouverture begint, terwijl de arbeiders de schoen aan de aarde bevestigen.
De ouverture is het model van de samenwerking tussen vijf levende en enkele honderden dode of half-dode componisten. Uitgangspunt hierbij was dat het stuk niet opgesplitst mag worden in onderdelen die door ons afzonderlijk gemaakt werden, maar dat het - net als de hele opera - het resultaat moet zijn van volledige overeenstemming en gemeenschappelijke methode. Wij benaderden dit uitgangspunt in lange discussies, waarin de meeste voorstellen verworpen werden, de overige veranderd, aangevuld, bij-gesleuteld, getransformeerd en tenslotte gerealiseerd. Wij hebben de paradoxale ervaring dat deze werkwijze niet uitmondt in een kleurloos compromis op basis van de compositorische technieken die wij met elkaar gemeen hebben, maar dat er een nieuwe muzikale situatie ontstaat, die ieders individuele muzikale capaciteiten op scherp stelt. Omdat de dode componisten verhinderd zijn aan deze discussie deel te nemen, besloten wij van letterlijke citaten af te zien (op een enkele uitzondering na, maar daarover later) om in plaats daarvan te proberen hun stijl te reconstrueren. De valse tegenstelling tussen individueel en collec-
| |
| |
tief belang die onze roofriddermaatschappij oproept, maakt dit voor veel mensen ongeloofwaardig.
Keuze en opstelling van instrumenten en musici vormden een eerste onderwerp van discussie. Het resultaat hiervan was een door ieder van ons als totaal nieuw ervaren instrumentale situatie, waarvan enkele kenmerken zijn: een solistische en beweeglijke bezetting; een grote hoeveelheid al of niet elektronische toetsinstrumenten; het ontbreken van violen, hoorns en fagotten, kortom van die instrumenten die het symfonisch operaorkest tot een orkest maken, en het bijna volledig afzien van slagwerk dat de laatste twintig jaar een symfonieorkest op een modern orkest deed lijken; het gebruik van verschillend geaarde koren, zoals een groot koor, een solistenkoor en een spreekkoor; de toepassing van ter plaatse geproduceerde elektronische klanken; en tenslotte: een veelhoofdige leiding (vier dirigenten en een elektronisch dirigent - wijzelf) die de mogelijkheid opent tot zeer uiteenlopende, gelijktijdig klinkende muzikale strukturen.
Een volgend punt van overeenstemming was het voor een belangrijk deel ontlenen van het muzikale materiaal aan Mozarts Don Giovanni. De toonhoogteorganisatie berust op de twee hoofdmotieven uit de ouverture tot die opera:
Dit materiaal werd door de computer Xi volgens onze criteria uitgewerkt tot horizontale en vertikale toon-
| |
| |
strukturen. (Van het laatste is hier een voorbeeld opgenomen, zie pagina 125.)
De plattegrond van de langzame inleiding van Mozarts ouverture diende in een vergrote vorm als model voor onze ouverture. De eerste woorden van onze Don Juan (Ah, veel, 't is veel, te veel...) kan men als motto van deze ouverture zien: overdaad, ongericht, een papieren tijger, kortom: Amerika.
1. | Dollar - investering - winst - krediet. |
2. | Per jaar - per dag - per minuut. |
3. | Vierduizend - vijf miljoen - twee miljard. |
4. | Atonaal - aangezien - aandacht - Amerika - aardappel - apache - Akela - atoom - aanval - avontuur - Alliantie voor de Vooruitgang - aanslag - abc - anaal - Alpha & Omega. |
5. | Gnoepiloquiflex - nylonpepsidralon. |
Onderwijl marcheren 20 beeldschone majorettes in spannende minijurk, met kokette laarsjes en knalrode shako's op hun hoogblonde pruiken, parmantig in de piste.
‘Toen de mannen van de Yuki-stam in Californië ten strijde trokken, gingen de vrouwen thuis niet slapen; onafgebroken dansten zij in een kring en zongen.’
j.g. frazer, The Golden Bough, iii
| |
| |
Na het verdwijnen van de majorettes komt Erasmus op. Hij draagt de humanistenpij en de bezorgde, weifelende uitdrukking hem eigen, en maakt het omgewoelde bed op, waarbij hij Cuba uit het bed haalt. Daarna trekt hij een plumeau uit zijn bestofte kledij tevoorschijn en stoft daarmee de spiegel af.
De reden waarom Erasmus in deze opera verschijnt is dat dit jaar de 500ste geboortedag van deze grote Europeaan gevierd wordt. Het toeval wilde dat beide schrijvers van dit libretto achtereenvolgens werden uitgenodigd door de stad Rotterdam om hem in een dramatisch werk te eren. Beide schrijvers weigerden dit om dezelfde reden: alhoewel er aan de grote verdiensten van deze eminente man niet kan worden getwijfeld, staat het toch onomstotelijk vast dat hij weigerde te kiezen toen er gekozen moest worden. Aangezien de zeven auteurs in een tijd leven waarin wederom gekozen moet worden, zij het niet meer tussen Luther en de Paus, meenden zij dat zij eerder buiten het kader van de rotterdamse festiviteiten aandacht aan hem moesten schenken. Dit gebeurt nu: hier is hij de knecht van Don Juan geworden, en heeft wederom volop de gelegenheid om niet te kiezen. Dit verklaart o.a. de kiespijn waarover hij zovele verhelderende pagina's heeft geschreven (cf. Correspondentie).
| |
| |
eeasmus zingend of sprekend naargelang zijn humanistenpet staat
Ik, Erasmus, vijfhonderd jaar geleden geboren, in 1469,- vermoedelijk althans, want het jaar staat niet onomstotelijk vast,-maak thans het bed op van mijn meester. In dit kontinent van lakens bevrucht hij, die men terecht ‘de bedrieger’ noemt, alle maagden, en verscheurt hij dagelijks, wat zeg ik-vier, vijf keer per dag, niet alleen haar hymen, datgene wat het gemeen gemeenlijk maagdenvlies noemt, maar ook zijn eigen ziel. Ook ik heb eens met een vrouw het bed gedeeld, een nederig bed, in een schamele straat in het armelijke Rotterdam. Dat was toen ik geboren werd uit haar, die het verheven predikaat van ‘moeder’ draagt. Zij, die zo welig, zo moederlijk, zo vrouwelijk was, bijna had ik gezegd: al te vrouwelijk. Want ook zij was ontvankelijk voor woorden, ja, voor Gods woord uit de mond van een onwaardige dienaar Gods, mijn vader. Genoeg. Sindsdien slaap ik alleen, sindsdien voed ik mij slechts aan de borsten van de humanioria. Maar stil! Ik hoor mijn meester.
Hij trekt een veer uit de plumeau en begint notities te maken. Don Juan komt op. Hij is op blote voeten, ook zijn bovenlichaam is naakt; hij draagt alleen een zwarte maillot met daarover een lange, rijk bestikte brokaten kamerjas. Zijn haar zit in de war,
| |
| |
hij rochelt en snuit zijn neus. Hij draagt een ivoren halve maan als amulet.
Het bekende thema van Don Juan (tijdens de verleiding van een vrouw wordt hij gestoord door haar vader die hij vermoordt; na zijn dood komt deze in de vorm van een standbeeld terug, nodigt Don Juan uit voor een souper tijdens hetwelk hij de bedrieger meesleurt naar de hel), werd onder meer behandeld door Tirso de Molina (El Burlador de Sevilla y Convidado de Piedra, 1613), J.A. Cicognini (II Convitato di Pietra, 1650), O.Giliberto (II Convitato di Pietra, 1652), Dorimon (Le Festin de Pierre ou Les Fils Criminels, 1659), Molière (Don Juan ou le Festin de Pierre, 1665), Rosimond (Le Nouveau Festin de Pierre ou l'Athée foudroyé, 1669), Th. Shadwell (The Libertine, 1676), A. Cordóba y Maldonado (La Venganza en el Sepulcro, 1660-70), Goldoni (Don Giovanni Tenorio ossia il Dessoluto, 1736), A. de Zamora (No hay Deuda que no se pague y Convidado de Piedra, 1744), Da Ponte/Mozart (II Dissoluto Punito ossia il Don Giovanni, 1787), E.T.A. Hoffmann (Don Juan, 1813), Lord Byron (Don Juan, 1818-23), Lenau (Don Juan, 1844), Baudelaire (Don Juan aux enfers, 1846), J.Hart (Don Juan Tenorio, 1881), A. de Musset (Namouna, 1832), A.Poesjkin (De Stenen Gast, 1830), Blaze de Bury (Le Souper chez le Commandeur, 1834), N. Vogt (Der Färberhof oder die Buchdruckerei in Mainz, 1809), Ch.D. Grabbe (Don Juan und Faust, 1829), E. Robin
| |
| |
(Livia, 1836), Th. Gautier (La Comédie de la Mort, 1838), J.Zorrilla y Moral (Don Juan Tenorio, 1844), A.Dumas père (Don Juan de Maraña, 1836), E.Harancourt (Don Juan de Mañara, 1898), L.G. Levasseur (Don Juan Barbon), J.Viard (La Vieillesse de Don Juan, 1853), J. Alvarez Quintero (Papa Juan Centenario, 1909), M. Barrière (Le Nouveau Don Juan, 1900), E.Rostand (La Dernière Nuit de Don Juan, 1921), C.A.Puget (Echec à Don Juan, 1941), M. de Unamuno (El Hermano Juan o el Mundo es Teatro, 1934), Svend Borgerg (Synder og Helgen, 1939) e.a. (zoals Max Frisch en Jean Anouilh).
Ah, veel, 't is veel, te veel, veel te veel
Maar het is niet genoeg, niet genoeg.
Heeft hij het bed opgemaakt;
Natuurlijk heeft hij het bed opgemaakt.
Schrijft hij? Natuurlijk schrijft hij.
En wat schrijft Desiderius?
Don Juan.
De muzikale interpretatie van Don Juan is dezelfde als die van de ouverture: een overdaad aan uiteenlopende en tegenstrijdige muzikale elementen. Hij maakt gebruik van alle beschikbare vocale middelen, waaronder het op vele manieren zingen, spreken, ‘Sprechgesang’, en allerlei geluiden. Hierbij wordt hij ondersteund door van alle zijden aangereikte muzikale gebakjes.
| |
| |
Desiderius schrijft: liederlijkheid heb ik altijd verafschuwd en vermeden, hartstocht voor geld heb ik nooit gekend.
De teksten van Erasmus zijn af en toe geput uit zijn correspondentie en uit zijn werken.
Deugdzaam, Desiderius. Een voorbeeld, Desiderius.
Daarom ben je ook mijn knecht.
Taalkundige, vredelievende, godvruchtige traktaten.
De taal verspillen. De taal, Desiderius, de taal is hebben, nemen, bezitten, graaien,-ah, de gretigheid van de taal.
Hij richt zich op en neemt de pose aan van ‘Don Juan’.
Ah, vrouw! Welig rijk, weelderige akker, Vruchtbaar bezit!
Je hoofd is als-dit of dat.
Je ogen zijn als-weer wat anders.
Je neus is als-weet ik veel. Gooit zich baldadig achterover op het bed.
In Latijns-Amerika sterven per minuut vier mensen van gebrek en honger.
| |
| |
Vijfduizend mensen per dag
Twee miljoen mensen per jaar
Het grote koor onderbreekt Don Juan met een van de zeer weinige letterlijke muzikale citaten in de opera. Het is de (ritmisch veranderde) cadens uit de Don Giovanni, waar het beeld van de Stenen Gast op het kerkhof voor het eerst spreekt. Analoog aan Mozart, die op die plaats een nieuw timbre invoert (de beroemde trombones), gebruiken wij hier een timbre, dat in onze opera slechts eenmaal voorkomt: koor a capella.
De hier geciteerde cadens is overigens zo ‘abstract’ dat hij. eerder als een stijlcitaat dan als een typisch Mozart-citaat klinkt. Het kleine spreekkoor (C) is te beschouwen als de ‘woordvoerder’ van het grote koor (A) en neemt ook verder in de opera voortdurend deel aan de informatie over Latijns-Amerika.
Ik bezit, ik heb bezeten, ik zal bezitten,
Genuanceerd! Redelijk overleg! Voor en tegen afwegen!
Bezit de man als hij een vrouw bezit?
| |
| |
Even zeer is hij de bezetene.
Bezeten van bezit overweldig ik met mijn taal,
De vrouw, dit gewillig kontinent.
Uit Latijns-Amerika stroomt per minuut
Vierduizend dollar winst naar Noord-Amerika.
Vijf miljoen dollar winst per dag.
Twee miljard dollar winst per jaar.
Een zwartharige vrouw in een lang zwart gewaad staat op in het koor. Zij zingt.
In Latijns-Amerika blijft voor iedere duizend dollar
De teksten van de koren en van Bolivia zijn ontnomen aan de Tweede Verklaring van Havana-van het Cubaanse Volk aan de Volken van Amerika en de Wereld, uitgesproken door Fidel Castro op zondag 4 februari 1962 op het José Martíplein in Havana.
| |
| |
Pulvis et umbra sumus (Stof en schaduw zijn wij).
horatius, Oden, iv, 7, 16
Stof en schaduw, droogkloot?
Vlees en bloed-een vrouw!
| |
| |
| |
B is Bolivia
bolivia gaat naar hem toe
Gekweld, vernederd, gehoond, vertrapt,
Geslagen, verminkt, geknecht,
Verwoest, verkocht, verraden,
Zij blijft staan, loopt gebiologeerd weer verder.
De zangen van Bolivia worden, in tegenstelling tot die van Don Juan, muzikaal gekenmerkt door continuïteit; zij vormen alle een stilistische eenheid. Deze is niet opgevat als eenvoud, maar als de complexiteit van een natuurverschijnsel.
Je voorhoofd is het plateau van de Andes,
Je haar is zwart als mangaan,
| |
| |
Je bent heet als het zoutmoeras de Empeza.
Je bent vochtig als het balsariet.
Je adem ruikt naar vanille.
Je ligt open als het meer van Aullagas.
Je lippen zijn als de bladeren
| |
| |
bolivia niet zingend maar sprekend
Mijn ogen zijn de stakende tinmijnen Siglo xx,
Waar in 1965 de vakbondleiders werden gedeporteerd
En 150 mijnwerkers geëxecuteerd.
Ja, je golft als de Amazone.
Ja, de Amazone, de stroom die alle boten verwoest.
‘Stroom die alle boten verwoest’: indiaanse benaming voor de Amazone.
don juan gooit zijn kamerjas op het hed
Ik houd het niet meer uit,
Ik moet haar hebben, nu, in mijn bed.
Nee, nog niet, langzaam, langzaam.
Begeleid haar naar het boudoir.
tot Bolivia
En jij, neem een bad, poets je tanden,
Ik zal je vreten met huid en haar.
| |
| |
Ik zal, Bolivia, vanavond in u investeren.
Erasmus gaat met Bolivia mee tot de rand van de piste en keert terug.
Investeren, daar komt ellende van!
is dat niet de grootste kwaal?
Is het niet zo, dat hij die daarentegen
die innerlijke rust zal vinden,
zo noodzakelijk voor het bewerkstelligen van de
Onrust en geweld kunnen nooit leiden tot het
Hij begint Don Juan te masseren, te coifferen en aan te kleden.
| |
| |
| |
C is Cultuur
Blauw TV-licht. Achtereenvolgens komen op:
een meisje met shampoo op haar hoofd, in witte badjas,
een naakt meisje, bedolven onder badschuim,
een meisje met een grote pruik vol krulspelden,
een meisje met alleen een sweater, waaronder borsten,
een meisje verkleed als kerstman,
een meisje in corselet,
twee meisjes met een telescoopgeweer.
Het solistenkoor dat de televisiereclame-spots zingt, heeft een muzikale funktie die tegenovergesteld is aan het grote koor. De verschillende reklamespots zijn stijlcitaten. In de opera zijn ze als tv-spots onmiddellijk herkenbaar, maar tegelijkertijd zou geen ervan ooit voor de televisie tot Hinken kunnen komen: teveel chromatiek, teveel verschillende accoorden. Datzelfde geldt voor het lied dat daarop volgt. Het is gebaseerd op enkele karakteristieke eigenschappen van beatmuziek: melodisch bas-gegeven, pre-tonale, dat wil zeggen modale harmonie (in de beat ontstaan vanuit het instrument de gitaar: chromatiek is moeilijk te spelen op gitaar, parallelle drieklanken daarentegen klinken beter, in tegenstelling tot bijvoorbeeld op de piano), het
| |
| |
instrumentarium en doorlopend ritme. Geen enkele gramofoonplatenmanager zou dit lied op een EP'tje zetten:verkeerd gezongen, te veel toetsinstrumenten, te kort, te lang, te veel accoordwisselingen, te veel lange tonen.
De haren van de jonge bruid glanzen door Hair de Luxe.
De oren van de jonge bruid gloeien door Earoflex.
De oksels van de jonge bruid glimmen door Quicky-quicky-quick.
De schenen van de jonge bruid glinsteren door Raspodent.
De knieën van de jonge bruid glooien door Gnoulox.
De erogene zones van de jonge bruid glibberen door
Aphrodisiac B met Silicium.
Uw Hair de Luxe streelt uw Gnoulox.
Uw Raspodent versoepelt uw Earoflex.
Uw oksels verzachten uw knieën.
Uw ellebogen versterken uw erogene zones.
Uw nylon is mijn pancake.
Uw Hi-fi is mijn computer.
Uw pepsie is mijn draion.
Uw draion is mijn Chrysler.
Mijn Chrysler is uw Chrysler niet.
De partituur is hier mobiel. Dit maakt nog enige varianten mogelijk, zoals bijv.:
| |
| |
‘Jij smaakt, moedertje!’
‘Waarnaar, Otto?’
‘Naar meer! Naar hibbeldibbeldobbeldibbeldobbeldubbeldikkie! De oksels van de jonge moeder smaken-smekkiesmakkiesmikkie-naar quicky-quicky!’
Of:
‘Warm, warmer, heet, heter, gloeiend: Heerlijk gloeiend hete oren.’
De jonge bruid, de jonge bruid.
Als de meisjes verdwenen zijn verschijnt ABC, het type van de voorname Amerikaan, in het zwart, uiterst verzorgd. Hij gaat in het midden van het proscenium staan en slaakt een doordringende kreet: Oehoe!-waarbij het is of hij wil vliegen. De maan wordt verlicht. Onmiddellijk is hij weer gekalmeerd, en begeeft zich naar de achtergrond.
Geluiden van sprekers, zangers, instrumenten en instrumentale groepen worden gedurende de handeling elektronisch verwerkt en bewerkt, met behulp van modulatoren, filters, en versterkers.
| |
| |
Clyde komt op, hetzelfde type.
Ik, Clyde, 56 jaar oud, maar ik lijk 46, kommissaris van de Totaal-Amerikaanse Compagnie, hoofd van de afdeling kreatief-totale vormgeving, echtgenoot van een frigide vrouw, genaamd Cinderella, en op oriëntatiereis door dit zeer achterlijke kontinent, dat wij met inspanning van onze beste krachten op de been proberen te krijgen... ik, Clyde, maak mij ongerust over onze direkteur-generaal.
Wijst naar ABC.
Clarence komt op, wederom hetzelfde type.
Ik, Clarence, 56 jaar oud, maar ik lijk 46, kommissaris van de Totaal-Amerikaanse Compagnie, en vice-president van deze mammoet, echtgenoot van een steriele vrouw, genaamd Chouchou, en op inspektietocht door dit onmetelijk rijke kontinent, ik, Clarence, maak mij ernstig zorgen over onze direkteur-generaal, Abraham Brontosaurus Christensen, die sedert onze aankomst aan zonderlinge toevallen lijdt.
| |
| |
chouchou komt op. Zij is uiterst verzorgd, à la Yves St. Laurent. De ruine van haar gezicht kontrasteert eigenaardig met haar perfekte lichaamsvormen.
Ik, Chouchou, echtegenote van de impotente Clarence, ik ben doodzenuwachtig, over alles, over het klimaat hier, over de slangen hier, over de mensen hier, over het drinkwater hier, over dit hele uitstapje. Over Cinderella, mijn boezemvriendin-liefje!-die getrouwd is met de volslagen gefrustreerde Clarence en daarom de minnares is van Jack.
Jack-de boezemvriend van onze direkteur-generaal.
Jack-met onze direkteur-generaal de meest gevreesde voorvechter van de vrije wereld, van wet en orde.
Jack Tyrannosaurus Tenorio.
Maar het allerallerzenuwachtigst ben ik toch over hem, ABC. Soms, plotseling, zonder aanleiding, stoot hij een dierlijke kreet uit en dan is het of hij naar de maan wil
| |
| |
cinderella komt op, hetzelfde type
Ik, Cinderella, sinds jaar en dag de minnares van Jack Tyrannosaurus Tenorio, mis hem nu meer dan ooit. Want hij en hij alleen zou de diagnose kunnen stellen van de maanziekte van ABC.
claudelle komt dansend op; wederom hetzelfde type, maar een fractie jonger
Mammie, wij zijn hier nu al zeven dagen,
Zeven dagen ben ik niet gekust.
| |
| |
Mijn hartje blijft maar klagen,
Mijn hartje komt maar niet tot rust.
A la Astrud. Gilberto: V.S.-interpretatie van latijnsamerikaanse volksmuziek.
Zo ben ik ook geweest, kind.
Nooit heb ik iemand ontmoet met zo'n groot hart voor alles wat leeft.
En voor alles wat sterft.
Altijd voor iedereen overal een glimlach.
| |
| |
Altijd overal een glimlach.
Ik, Abraham Brontosaurus Christensen, een vondeling, dus van onbepaalde leeftijd...
...nu direkteur-generaal van duizenden trusts en monopolies, samengevoegd onder de naam Totaal-Amerikaanse Compagnie... altijd op reis, door het hele kontinent... altijd werken, overal bidden... steeds bezig
| |
| |
met anderen, nooit met mijzelf... ik, de goedheid zelf, en weinig zullen dit ontkennen... Ik ben hier noch op oriëntatiereis, noch op inspektiereis, maar gedreven door de zucht om het geheim van mijn afkomst te ontsluieren. Ik, die alles bezit, geld, roem, eer, ik heb geen ouders. Wie was mijn vader? Wie mijn moeder? Hier zal ik hen vinden, ik weet het zeker, mijn toevallen zijn mijn wichelroede, en deze wichelroede doet mij trillen en wijst het pad naar mijn bron, naar mijn oorsprong. Dan pas, wanneer ik niet langer gestoord zal worden door het ondraaglijk geheim van mijn afkomst, zal ik mijn menslievende pogingen kunnen voortzetten om de ten hemel schreiende armoede van dit werelddeel te milderen door middel van zeer renderende investeringen. Maar...
...Ook daarop valt een schaduw.
Mijn beschavingswerk wordt gedwarsboomd door een bandiet, die zich hier in het oerwoud heeft verschanst. Deze grote onbekende, die van het bureau van mijn
| |
| |
vriend Jack Tyrannosaurus Tenorio de codenaam De Gevederde Slang heeft gekregen.
Deze Gevederde Slang zal niet lang meer leven.
Zijn vriend, Jack Tyrannosaurus Tenorio, zal de Gevederde Slang...
Vertrappen, vermorzelen, verpletteren!
| |
| |
| |
D is Dienen
Na zijn dood zal de dageraad gloren over een familie van gelukkige volkeren, waarin ik eindelijk ongestoord de mensheid kan dienen
door in Argentinië de vleesproduktie in handen te nemen,
Sinds augustus 1963 krijgen de officieren van het argentijnse leger een speciale opleiding door V.S.-officieren voor het bestrijden van revolutionaire bewegingen.
in Brazilië de koffie,
In Brazilië werden duizenden Indianen uitgeroeid met tyfusbacillen, napalm etc.
op Cuba de suiker,
in de Dominikaanse Republiek de cacao,
De bezetting van de Dominikaanse Republiek door de amerikaanse mariniers gebeurde voor bet eerst in 1916, voor het laatst in april 1965.
| |
| |
in Ecuador de rijst,
In Ecuador is 68 procent van de bevolking ouder dan 15 jaar en analfabeet.
Fantastisch! Fantastisch!
In Guatemala hielp de C.I.A. in 1954 President Arbenz verjagen omdat zijn bescheiden agrarische hervormingsprogram een bedreiging vormde voor de niet gebruikte plantages van de United Fruit Company. Het advocatenbureau van John Foster Dulles die toen minister van buitenlandse zaken was, had in 1930 en 1936 de kontrakten opgesteld van de United Fruit Company in Guatemala. De toenmalige staatssekretaris van buitenlandse zaken voor interamerikaanse aangelegenheden John Moors Cabot was een der voornaamste aandeelhouders van de United Fruit Company. De toenmalige direkteur van de C.I.A., Allan Dulles, broer van John Foster Dulles, was president geweest van de United Fruit Company. Zijn voorganger als direkteur van de C.I.A., generaal Walter Bedell Smith werd in 1955 vice-president van de United Fruit Company.
carl oglesby, Keerpunt
op Haïti de katoen,
Gemiddelde levensduur op Haïti: 32 jaar.
| |
| |
Laat niemand, zich illusies maken over de Totaal-Amerikaanse Compagnie!
Het zou moord zijn als ons beschavingswerk hier werd onderbroken!
Dat zou Godgeklaagd zijn!
Wij zullen dit kontinent in cultuur brengen, al moeten wij over lijken gaan!
In 1964 werden de buitenlandse investeringen in Mexico geschat op 1500 miljoen dollar. Daarvan waren 1300 miljoen dollar afkomstig uit de V.S.
in Nicaragua de rubber,
Het ekonomisch leven van Nicaragua wordt beheerst door de United Fruit Company en de American Rubber Company.
| |
| |
| |
| |
In Peru het zilver, het zink, het koper, het lood.
In Peru bezit 1, 5% van de bevolking 63% van de bruikbare grond.
Alleen zo kunnen wij de abortieve reconstructie van dit kontinent voorkomen.
In Suriname werden in de 19de eeuw 600.000 negers geimporteerd en tot in de 20ste eeuw 100.000 aziaten. Bevolkingsgroei 4, 7%. Suriname telt thans 380.000 inwoners.
Trinidad: copra.
Uruguay: veeteelt.
In 1965 was de koers van de dollar in Uruguay 24 pesos, in 1967 98 pesos, in 1968 254 pesos.
Venezuela: olie.
De delegatie uit de lage landen (twee schrijvers, een componist en een socialist) zou ontvangen worden door de vertegenwoordiger van de venezolaanse guerrilla, F.A.L.N. Het was begin januari 1968, een lauwe dag in Cuba, zij
| |
| |
werden erheen gebracht door een franse elegante en louche jongeman, telg uit een oud frans geslacht. In de buitenwijken van Havana herbergen vele villa's de vrijheidsstrijders uit verdrukte landen. De huizen lijken op elkaar, niet riant, niet uitgewoond, niet te groot, niet te vol gemeubeld, koele gangen, eerder kale domeinen waar de ergernis, de verontwaardiging, de haat stollen tot een ijskoude, planmatige whiplash. (In een dergelijke, door palmen en varens omzoomde villa zouden wij ook de laatste rebellen uit Belgische Kongo ontmoeten, de handlangers van Mulele - drie ‘onverschrokken strijders’, zoals zij zichzelf noemden - die hun voorlopig irreëel verzet in kaart brachten.)
Een koele gang die de geluiden van buiten dempt. Eén voor één worden wij naar een achterkamer geleid waar een bank staat, een tafel vol papieren en drie stoelen. Okeren muren, een kalender. De broodmagere jongen in een te wijde broek, slechtgeknipt haar en afgetrapte schoenen die ons in de gang tegemoetkwam blijkt hij-zelf te zijn, de afgevaardigde, de man naast F.A.L.N.-leider Douglas Bravo: Francisco Prada. Hij geeft een niet te krachtige hand, kijkt elk van ons aandachtig en kalm aan en gaat zitten achter de tafel. Gaat u zitten. Hij is vel over been, jong-oud, maakt geen nutteloze bewegingen, rookt. Hij heeft het langwerpige getaande gezicht van de zweedse koning Karel de 12e, grijze, onnatuurlijk glanzende ogen, een drug-addict van de rechtvaardigheid. Wij moeten onze namen op een papiertje noteren en dan stelt hij ons zijn hofhouding voor: een
| |
| |
meisje dat er tegelijk besluitvaardig en huiselijk uitziet, een donkere, lacherige (maar nu niet) zuiderse bodybuilder met snor die de deuropening afsluit voor alle anderen dan wij, en dan, rechtop en waardig in een rieten stoel, een zwaar-bebrild, ontzagwekkend dik kind van dertien. De begroeting, de navraag naar de redenen van ons bezoek, de elementaire verklaringen over de noodzaak van de venezo-laanse vrijheidsstrijd worden ons door dit kind gebracht, het vertaalt Prada's snel gemompel in een schools en vrijwel onverstaanbaar Engels, waarbij Prada uit het raam kijkt. Het gesprek verloopt stug want ieder van ons richt zijn antwoorden tot de guerrillero die weigert direkt te antwoorden, zelfs niet met een blik van verstandhouding, maar onze vertaalde zinnen tracht af te lezen van de kinderlippen. De prepuberale Boeddha is dodelijk ernstig, honderden gemartelden, gevangenen, studenten, partisanen spreken op dat ogenblik in zijn hortende, onwennige zinnen. (Terwijl hij het liefst op straat zou gaan baseballen. Af en toe verliest hij de draad van ons betoog en beperkt hij zich tot ‘yes, yes, I know’.) Stilte. Prada wendt zich naar ons, bedankt het kind en komplimenteert het. Het blijft, log en bijziende, in ons midden, terwijl het meisje nu vertaalt, soepel en methodisch. Prada valt haar bij en blijkt zeer verstaanbaar Engels te spreken. Zijn gedachtengang is helder, de vorm en de norm zijn gepolijst, hij heeft dit al honderd keer gezegd: Venezuela - de ondervoeding, het analfabetisme, de zuigelingensterfte, de uitbuiting.
Hij was archeoloog, zegt Prada, en toen besloot hij een
| |
| |
professioneel revolutionair te worden. Hij was lid van het Centraal Comité, maar toen de partij overging tot vreedzame coëxistentie met de USA en stuivertje wisselde met de belanghebbenden trok hij de bergen in.
Dan laat hij tegenover onze schandelijke, slordige, europese onwetendheid een kaart van zijn land brengen door de dikzak, en zet haar onhandig en voorzichtig op een stoel en wijst aan: hier zitten veertig man, hier een dertigtal, deze beide groepen zullen elkaar in de lente ontmoeten en dan is dit hele gebied hier in onze handen, zoveel zijn er in deze stad, hier hebben wij mortieren, hier zullen de studenten in opstand komen. Er is iets met hem gaande terwijl hij zijn demonstratie geeft. Terwijl hij zorgvuldig met zijn vingers langs de bruin en groen gevlekte gebieden glijdt komt er iets over hem dat wij tragisch willen noemen, zelfs al is het woord verbasterd en uitgedund, het is de tragedie zoals zij dagelijks beleefd wordt, geboorte en dood en het hartstochtelijk verlangen naar een moederland, Prada blijft aarzelen, blijft hangen aan die kaart, toont meer en duidelijker waar de bossen zijn die kunnen verbergen, waar de olievelden zijn die genationaliseerd moeten worden, waar de kampen van de vijand liggen. Hij vertelt over de toestand in zijn land, over het onverschillige, grijpgrage volk, over de tweeslachtige politiek der partijen, en wat hij zegt is de evidentie zelf, het enige heil ligt bij hen, de anoniemen die stug verder in de bergen sjokken, met hun discipline en hun hoop.
Iemand van ons citeert de naam van een venezolaans student
| |
| |
aan de Landbouw Hogeschool te Wageningen en zegt dat een leraar daar naar nieuws over hem vraagt, want hij is twee jaar geleden naar Venezuela teruggekeerd. Prada stokt. Hij kijkt verbluft en wantrouwig, scharrelt met papieren. Dan herhaalt hij de naam en begint met zijn besnorde lijfwacht een razendsnelle dialoog waarin meermaals de naam valt van de jongen. Het meisje vertaalt: de student behoorde tot Prada's eenheid en is bij een overval gedood. Zijn broer ook.
Iets later zegt onze socialist dat sommigen in Europa bekommerd zijn over het geweld dat de guerrillastrijders uitoefenen. Prada zwijgt, er verandert niets in zijn ascetische, jong-oude uitdrukking. Dan wendt hij zich tot het gezwollen kind en vraagt: ‘Kind, wat is geweld?’ De infantiele godheid glimlacht, luistert niet. Daarop zegt Prada met dezelfde vlakke intonatie aan de man bij de deur: ‘Pépé, de kameraad hier vraagt of het goed is en gerechtvaardigd om geweld te gebruiken.’ De guerrillero begint te zieden, zonder dat hij een stap verroert of zijn rechterhand uit zijn jaszak haalt, hij blaft een reeks spaanse fonemen waaruit wij alleen kunnen opmaken dat de leer van Gandhi niet tot zijn zorgen behoort. Francisco Prada glimlacht, hij heeft paarde-tanden, hij lijkt twintig jaar oud en dan zegt hij bedaard en grimmig tegelijk, als een heilige, als een martelaar tegen beter weten in: ‘Mijnheer, wat deden jullie Hollanders toen de nazi's jullie vrienden wegsleepten?’
Wij krijgen venezolaanse grammofoonplaten mee, waarin op weke tonen van mambo en samba gezegd wordt:
| |
| |
‘Vooruit, strijders, dat de geschiedenis ons verlichte met het onverbiddelijk licht van de vrijheid.’
Wij nemen afscheid. Francisco Prada zegt dat hij zeer weinig tijd heeft, want hij gaat morgen terug.
Wij stellen de wet in Latijns-Amerika.
Geen onbekende grootheid zal het ons beletten.
Het ijs van de haat van de armen zal ik doen smelten!
De rest is zwijgen.
Wie ben ik dat ik dit doen mag?
Letters uit verschillende alfabetten vormen de tekst van twee koren, als contrapunt van de tekst van abc:
Aleph-Alpha-Beth-Epsilon-Gamma-Omikron-Nun-Ain-Lambda- Samach-Sigma-Ypsilon-Gotta-Effe-Atsje-Kappa-Emme-Esse- Lamed-Zêta-Tsade-Êta-Thêta-Het Alpha en Omega.
Gij zegt het. Stoot zijn kreet uit Oehoe!
| |
| |
| |
E is Eten
Drie Bolivianen komen op vanachter het toneel, zetten op de geografische plek van de Sandwich-eilanden een tafel en zes stoeltjes neer. Daarop een blik crackers, een spuitbus in de vorm van de Apollo-capsule. Daarna hurken zij achter in de piste.
claudelle zingt, konservenblik openend, à la Sinatra
Carlos, Ramón, José, Juanito
Hun ogen verslinden mijn boezem
Hun tong hunkert naar mijn oren
| |
| |
Hun tanden happen in mijn hals.
Men eet 1 cracker, na deze eerst te hebben bespoten. Claudelle fotografeert de Bolivianen, Clyde fotografeert Claudelle.
O, wat is een cracker toch lekker.
Ik zou er wel twee op kunnen.
Maar eten mogen we niet, voor de lijn.
Wat zijn de mensen hier eigenlijk ergens toch gelukkig. Alles mogen ze eten.
Oesters, ganzelever, forel, hamburgers, patrijs, kalkoen, T-bone, slagroomsoezen, frankfurters.
Alles mogen ze eten, geen dokter die het hun verbiedt.
Ze hebben magen van ijzer.
Ze hebben nieren van staal.
Ze hebben levers van brons.
| |
| |
Ze hebben darmen van koper.
Maar te eten hebben ze niet.
Ze zijn er niet beter aan toe dan wij. Ze zijn er niet slechter aan toe dan wij. Ze zijn net als wij.
| |
| |
| |
F is Fantasie
don juan poetst zijn pistool, terwijl Erasmus de laatste hand legt aan het toilet van zijn meester
In alle tuinen, onder alle luchten
Groeit en bloeit mijn boom.
Wanneer de vrouw haar jongen werpt
Vermenigvuldig ik mij autonoom.
In alle tuinen rijpen de verboden vruchten.
De vrouwen vallen niet ver van de droom.
Zoals het kapitaal zijn vruchten afwerpt,
Zo vermenigvuldig ik mij als een carcinoom.
Don Juan's muzikale gedesintegreerdheid blijkt misschien in F is FANTASIE wel liet duidelijkst: in drie verschillende muziekstijlen zingt hij een aria, geleid door drie dirigenten die elk een eigen stijl aangeven: Diepenbrock, Strawinsky, Henze. De melodieën in verschillende stijlen zijn tot stand gekomen met behulp van de twee Mozart-motieven.
| |
| |
| |
G is God
Zeg! Hebben jullie vandaag eigenlijk al aan God gedacht?
Ik zou niet kunnen leven zonder God.
Zeker, zeker. Maar wat hebben jullie vandaag GEDAAN voor God?
| |
| |
Bidden, zingen, - doen, godverdomme! Fixeert Clyde dreigend.
clyde haalt zijn chequeboek tevoorschijn
Voor de blinden van Argentinië: 250 dollar.
Voor de doofstommen van Brazilië: 2000 dollar.
10.000 dollar voor de... de weduwen en wezen van Colombia.
cinderella met chequeboek
50.000 dollar voor de melaatsen van... kan niet schelen.
100.000 dollar voor de... zeg eens wat, mama.
Er zijn dingen, waarover men niet lacht. Met chequeboek.
Twee miljard dollar per jaar voor alle kreupelen, verminkten, bochels, hongerlijders, werklozen, luilakken van dit hele kontinent.
Twee miljard dollar per jaar! Dat is vijf miljoen dollar
| |
| |
Vierduizend dollar per minuut!
Geluiden van oorlog, bombardementen. Zij verstarren van angst.
| |
| |
| |
H is Haat
Luide stem uit luidsprekers, terwijl Erasmus Don Juan zijn parelmoeren masker opzet en hem zijn degen aangordt.
stem van jack tyrannosaurus tenorio (Stem van Don Juan)
Attentie, attentie. ABC. Hier Jack Tyrannosaurus Tenorio.
Attentie, ABC. Mijn speciale troepen, op het spoor van de Gevederde Slang, zijn tot de aanval overgegaan.
Attentie. Ontruim het gebied van Quebraba del Churo.
Trek je terug in de kathedraal. De aanval is begonnen.
In de nacht van zaterdag 7 oktober 1967 kwam Che Guevara (‘Ramón’) met zijn mannen aan in een canyon genaamd Churo, een van de diepe ravijnen in de selva ten zuidoosten van Santa Cruz. (...) Terwijl de guerrilleros sliepen betrok het leger zijn posities in de Quebrada del Churo. Tegen de ochtend hadden twee pelotons zich geposteerd op de twee flanken van de canyon, twee andere eenheden sneden de uitweg af naar de Rio Grande. De Ranger waren gewapend met mortieren en Browning-machinegeweren.
michele ray, De executie van Che door de C.I.A.
| |
| |
Zij vluchten, zich beschermend met de stoelen. Allen af. Een der Bolivianen neemt de crackers. De Bolivianen eten de crackers op.
jack tyrannosaurus tenorio
Dit bevel wordt gezongen op fragmenten van de volgende amerikaanse volksliederen: The Star Spangled Banner, Dixie, Columbia The Gem Of The Ocean, Yankee Doodle, Battle Hymn Of The Republic, en de hymne Abide With Me.
| |
| |
| |
I is Illusie
Bolivia komt op in bruidstoilet. Ouverture. Bolivia gaat gehypnotiseerd naar het bed.
De scène waarin de moord, op Che wordt gereconstrueerd bestaat muzikaal uit een verkleinde reconstructie van een opera en van de stijl van Mozart. Een uiterst korte ouverture, een recitatiefje, een duetje, pauze, tweede acte - vormen samen een miniatuuropera, waarin de muzikale stijl van Mozart geciteerd wordt, met allerlei verwijzingen naar stukken van Mozart - in 't bijzonder Don Giovanni -, maar zonder letterlijke citaten. De samenstelling van het instrumentarium maakt een werkelijke imitatie van Mozart onmogelijk: de voor een Mozart-getrouwe instrumentatie onontbeerlijke instrumenten als violen, fluiten, fagotten en hoorns ontbreken. (De bezetting voor deze scène is: 2 hobo's, 1 klarinet, 2 trompetten, 2 trombones, 3 altviolen, 5 celli en contrabas.) Bovendien wilden wij Mozart niet citeren, maar tegelijk verkleinen en de voor ons in Mozarts muziek meest aansprekende kenmerken versterken: Mozart door de beide lenzen van een verrekijker. Door de ene gezien speelt alles zich af in een permanent (te) snel tempo en wordt alles wat niet strikt noodzakelijk is, weggelaten, door de andere gezien zijn sommige elementen uit Mozarts
| |
| |
muziek overbelicht, in het bijzonder de chromatiek en de ritmische en metrische onregelmatigheid.
De thema's ontlenen hun chromatisch karakter aan de twee hoofdmotieven uit de ouverture van Don Giovanni, de chromatische harmonische wendingen berusten o.m. op de langzame inleiding van deze ouverture. De belangrijkste ingreep in Mozarts stijl vormt de ontperiodisering van het metrum; tegelijkertijd wordt Mozart hiermee stilistisch ‘ingekort’ en het accent gelegd op de ook bij Mozart veel voorkomende ritmische verschuivingen en het onregelmatig verlopen van het metrum.
De Ouverture tot de ‘Mozart’-opera is waarschijnlijk in de partituur het fragment waar de samenwerking tot in de uiterste details heeft gefunktioneerd. Het neemt slechts veertig sekonden in beslag, in welke tijd een expositie, een doorwerking en een reprise te herkennen zijn. Over geen muzikaal fragment in de opera is zo lang gediscussieerd als over het hoofdthema van de ‘Mozart’-ouverture. Het is een van de weinige thema's waarin de beide Mozart-motieven tot een melodie verweven zijn. Een zevental ouvertures gingen vooraf aan de definitieve versie.
erasmus heen en weer lopend
Vaak verbaas ik mij erover, wat eigenlijk, ik wil niet zeggen de christenen, maar toch de mensen in het algemeen tot de verblinding drijft om elkaar wederzijds
| |
| |
zo ijverig, en onder zulke kosten, in het verderf te storten. Alsof wij, geleerden, niet allang het bewijs hebben geleverd, dat strijd niet noodzakelijk is voor het welzijn der mensheid.
Tijdens het volgende duet overweldigt Don Juan op een beestachtige manier de vrouw.
| |
| |
Cinque milioni di dollari.
| |
| |
Due milliardi di dollari.
...Allora per ogni mille dollari.
De vertaling van de voorgaande italiaanse tekst luidt: Hoeveel mensen? - Vier per minuut - Wat doen zij? - Sterven - Waarvan? - Van gebrek en honger - Hoeveel per jaar? - Twee miljoen - Wat doen zij? - Zij sterven - Waarvan? - Van gebrek en honger - Waar zijn zij dan? - In Latijns-Amerika - Hoeveel winst? - Vierduizend dollar - In hoeveel tijd? - In één minuut - Hoeveel per dag? - Vijf miljoen dollar - Hoeveel per jaar? - Twee miljard dollar - Dus voor iedere duizend dollar... - Een dode - Duizend dollar per dode - Vier keer per minuut.
Donker.
Op dit moment verkracht mijn meester zijn bezoekster en verwekt bij haar een vrucht. Sommigen onder u zullen
| |
| |
zich verbazen over mijn negligentia tegenover deze misdaad tegen de natuur.
Zij vergissen zich. Erasmus is niet schuldig aan Laksheid.
Hij protesteert. Ik protesteer. Ik protesteer!
Maar stil, ik hoor mijn meester!
Licht op bed. Bolivia op het bed. Bloed. Don Juan half ontkleed zoals in het begin. Trekt zijn kamerjas aan. Van het toneel nadert de Commandeur. Zijn verschijning is een witte rococo-variatie op het uiterlijk van Che.
Ah, e molto, troppo, molto troppo, ma non basta, non basta.
Il mostro ha abitato il mio intestino.
‘Er zijn volkeren, en het onze behoort daartoe, wier levensbelang het is te verhinderen dat de buitenlandse imperialisten met de Spanjaarden tot overeenstemming komen en via Cuba de weg vrijmaken om de landen van ons Amerika te doen annexeren door het wrede en agressieve noorden, dat veracht. Deze weg moet ten koste van alles geblokkeerd worden, en wij, Cubanen, blokkeren hem met onze lichamen. (...) Ik heb in het monster gewoond, ik ken zijn. ingewanden.’
jose marti in zijn laatste brief, 18 mei 1895, de dag voor zijn dood op het slagveld.
| |
| |
Il mio desiderio è gelido, ma solo ora in questo ghiaccio sono tutti fiamme.
erasmus ziet de Commandeur
Meester! Meester! Pas op!
De witte man, de witte man! Vlucht.
Un mostro abita il mio intestino
Ik zal je rechter zijn, je beul,
| |
| |
Latare con te è inferiore a la dignitá mia.
Kom bij mij souperen, Commandeur, dan praten wij het uit.
Bene. Decideremo di questa bagatella con tutt' onore!
commandeur omarmt Bolivia
Ik zal je wreken, mijn kind.
don juan bespringt hem van achteren en bindt hem
Duwt hem op de grond, trekt zijn pistool.
| |
| |
‘Romanticus’: gebruikelijk epitheton voor Che buiten de Derde Wereld.
De Commandeur spuwt hem in het gezicht.
| |
| |
| |
J was Moordenaar
Don Juan schiet. Bolivia valt flauw.
Quale visioni hai adesso, visionario?
Ik aanvaard je invitatie, ik kom souperen.
Don Juan vuurt nog vijf schoten op hem af. Dan wil hij Bolivia met zijn degen doden, maar op dat moment schiet de lier waarmee de arbeiders de onderdelen van het beeld hijsen, los. Het koor spreekt op dat ogenblik tegelijkertijd vijftig latijnsamerikaanse namen uit. Don Juan schrikt en vlucht.
De vertaling van de italiaanse passages in de voorgaande
tekst luidt:
- Ah, 't is veel, te veel, veel te veel maar het is niet genoeg, niet genoeg.
- Het monster heeft mijn ingewanden bewoond.
- Mijn begeerte is koud, maar nu pas, in dit ijs, sta ik in brand. (...)
- Kan zo'n laagheid bestaan? Mijn dochter onteerd door het monster.
| |
| |
- Een monster woont in mijn ingewanden.
- Verkracht! Bevrucht! Het kwaad is niet oneindig, geile hond! (...)
- Met jou vechten is beneden mijn waardigheid. (...)
- Lafaard! Wil je vluchten? (...)
- Goed. Wij zullen dit bagatel in alle eer beslechten. (...)
- Geëxalteerde windbuil! (...)
- In welke wereld leef je, romanticus?
- Dromer!
- Welke visioenen heb je nu, visionair? (...)
- Ik zal bij je komen souperen.
| |
| |
| |
K is Klacht
Toen het gevecht ten einde was
En de strijder dood, kwam een man bij hem
En zei: ‘Sterf niet, ik houd zo veel van je!’
Maar, ay, het lijk bleef sterven.
Er kwamen er twee bij hem, en herhaalden:
‘Verlaat ons niet. Moed. Kom terug naar het leven!’
Maar, ay, het lijk bleef sterven.
Er kwamen twintig, honderd, duizend, vijfhonderdduizend,
En riepen: ‘Zo veel liefde, en niets vermogen tegen de dood.’
Maar, ay, het lijk bleef sterven.
Toen omringden hem miljoenen
En zij smeekten hem: ‘Blijf bij ons, broeder!’
Maar, ay, het lijk bleef sterven.
Toen kwamen alle mensen van de aarde rond hem staan;
het lijk keek hen aan, treurig en ontroerd;
| |
| |
Omhelsde de eerste man, en begon te lopen.
Zij gaat af.
Gedicht van César Vallejo, geb. 1895 in Peru, gest. 1938 in Parijs.
K is klacht is in vele opzichten muzikaal de tegenhanger van F is fantasie. Beiden zijn aria's en beide aria's worden begeleid door gescheiden orkestrale groepen, door drie dirigenten geleid. Tegenover de muzikale gedesintegreerd-heid van Don Juan's muziek staat in K is klacht de continuïteit van de zangstem, begeleid door de met elkaar ge-integreerde orkestrale groepen. Tegenover de voortdurende tempowisselingen in F is fantasie staat de metrische simpelheid van Bolivia. In beide aria's worden niet-tonale en tonale motieven afwisselend of door elkaar gebruikt. (Over het algemeen bleek tijdens het vorderen van de partituur dat het probleem niet- of wel-tonaal een zuiver formeel probleem was. Er zijn momenten strenge twaalf-toonsmuziek in de opera, en, konsekwent tonale fragmenten, zoals de ‘lichte’ muziek, maar veel groter in aantal zijn de plaatsen waar de scheiding niet/wel tonaal moeilijk te maken is, of tenminste niet opportuun: twee parallelle drieklanken maken nog geen tonaliteit, maar a-tonaal zijn ze allerminst. Het aantal grote drieklanken, octaven en cadenseringen zijn ontelbaar, wat voor een deel ook te verklaren is uit het basismateriaal van de twee Mozart-motieven, waar een d-octaaf in voorkomt.)
| |
| |
| |
L is Lijk
In stilte komt Bill op; hij ziet er uit als een der Bolivianen achter op het toneel. Wanneer hij het lijk van de Commandeur ziet, haalt hij een walkie-talkie tevoorschijn.
De elektronische bewerking van geluiden is een pendant van de manier waarop de opera is gemaakt: wederzijdse doordringing van ideeën - vervorming door de samenwerking bij de realisatie van deze ideeën tot fragmenten partituur.
Hallo, Tyrannosaurus, hallo, Tyrannosaurus. Hier Canis Lupus. Gevederde Slang geveld. La Higuera, zuidoostelijk van Santa Cruz.
La Higuera, dorpje in Bolivia waar op zondag 8 oktober 1967 omstreeks één uur in de middag Che Guevara gedood werd door een salvo van een m.2-karabijn, afgevuurd door de soldaat Mario Terán.
Stem van jack tyrannosaurus tenorio
| |
| |
bill tekent een omtrek om het lichaam
Stem van jack tyrannosaurus tenorio
‘Een officier maakt Che's kleren open en telt de wonden. Vijf in de benen, een in de linkerborst, een in de keel, een in de rechterschouder, een in de rechterarm. Negen wonden.’
michele ray, De executie van Che door de C.I.A.
Stem van jack tyrannosaurus tenorio
Hij fluit naar de drie Bolivianen die naderbij komen en het lijk wegslepen.
| |
| |
| |
M is Maneschijn
Het licht van de maan verschijnt. Alles drijft in een rose siroop.
Hoe gelukkig is de slangenvanger als hij bij zonsondergang en
Avondrood de Gevederde Slang heeft gevangen,
En hij bij maanlicht kwijlend van verlangen
Een droom van een meisje in zijn armen kan prangen.
Aanvankelijk o zo bevangen
Kust hij o zo vurig dan haar wangen.
Zo dient de vanger dan zijn landsbelangen
Door het zingen van verraderlijke zangen.
claudelle komt op, gevolgd door de andere Amerikanen
Mama, hoe gelukkig is het meisje niet als zij bij zonsondergang en
Avondrood de bruine jongen van haar dromen heeft gevangen,
En als zij bij maanlicht een droom van een zanger
In haar geplastificeerde armen kan prangen.
In Latijns-Amerika sterven per minuut vier mensen
| |
| |
Vijfduizend mensen per dag
Twee miljoen mensen per jaar
Zoals uit de zaadgeleider de liefde stroomt,
een eeuwenoud en steeds vernieuwd verhaal,
zo spuit nog lieflijker de ticker tape,
de lintworm van het kapitaal.
ABC wil doorlopen, maar Bill verspert hem de weg.
| |
| |
Zeg, koffieboon, roetkikker!
Zeg, flikker, vuile nikker!
Zij gooien Bill opzij, ABC wil opnieuw doorlopen. Maar Bill trekt zijn pistool. Allen steken hun handen omhoog, behalve ABC, die naar hem toe gaat.
Jonge man, weet u wie hier nu voor u komt staan?
Zal een baviaan van een Boliviaan mij zeggen waar ik mag gaan?
Ik, Abraham Brontosaurus -
bill laat revolver zakken
Christensen? Direkteur-generaal
Van de Totaal-Amerikaanse Compagnie?
| |
| |
O, mama, het is geen bruine jongen,
Weliswaar is hij bruinverbrand.
Dus is hij geen Boliviaan.
Hij is vlug met zijn revolver.
Dus is hij geen Europeaan.
Hij is een als Boliviaan vermomde Amerikaan.
| |
| |
Dus staat hij hier op wacht.
Dus staat hij in dienst van...
Jack Tyrannosaurus Tenorio.
Jack Tyrannosaurus Tenorio.
Jack Tyrannosaurus Tenorio.
Wij beiden zijn niet ongelijk.
Ik ben de man - ik ben de vrouw,
Jij bent rijk - jij bent rijk.
Ik hou van jou, ik trouw met jou.
Tenorio junior! Wat is je voornaam?
| |
| |
Voor de inboorlingen heet ik Mario,
In dienst is mijn naam Cards Lupus,
Maar mijn vader, Jack Tyrannosaurus, doopte mij Bill Brachiopode.
En wat is hier je opdracht, Canis?
Het hoofd van het monument van Che dat op het toneel ligt wordt verlicht.
De Gevederde Slang vertrok van het bloedeiland,
Maar als een bloedhond volgde ik zijn spoor,
Naar het ijzige hol van de Grote Beer,
Naar de gele rivier van de Grote Zwemmer,
Naar de ebbenhouten duisternis van de Grote Kraal,
En kwam eindelijk hier in de vochtige spelonk
Van de Grote Armoede, waar hij zich verborg
| |
| |
En zijn venijn verspreidde.
Najaar 1960 reisde Che Guevara naar Praag, Boedapest, Moskou, Peking en Piong-Jang.
Najaar 1964 reis naar Algiers, Mali, Kongo, Guinea, Ghana, Dahomey en Tanzania.
April 1965 reis naar Bolivia.
De Gevederde Slang is gelokaliseerd,
Gefouilleerd, gekremeerd.
Hij toont de omtrek.
Gelokaliseerd, gefouilleerd, gekremeerd.
Allen huilen van vreugde. ABC springt, buiten zichzelf, op de omtrek, wil vliegen.
In de verte, in de jungle, hoort men ‘Oehoe’, een echo van zijn roep, een afgrijselijk geluid.
| |
| |
Bill vuurt op de lianen die in het alfabet hangen.
Alles wat zich in het woud beweegt
Daar schiet hij op, mijn schat,
| |
| |
Bill houdt op met schieten.
Deze stem is de stem van mijn vader.
Kom vader, kom! Kom! Kom! Kom! kom!!
Een man verschijnt in het nest dat zichtbaar wordt tussen het gebladerte. Hij is geheel in het groen gekleed.
‘In de nacht van 1 mei 1945 vond. ik onder een brug bij het Lehrter Bahnhof Bormann's lichaam. Hij lag op zijn rug met het maanlicht op zijn gelaat. Ik zag noch wonden noch sporen van een ontploffing. Ik veronderstel dat hij ofwel in de rug was geschoten of dat hij vergif had ingenomen. Hij was ongetwijfeld dood.’
arthur axmann, Reichsjugendführer
| |
| |
‘Eén van mijn officieren aan wiens eer niet getwijfeld mag worden verklaarde mij: “Ik heb Martin Bormann gezien in een woud in Tsjecko-Slowakije op 17 mei 1945- Hij droeg een groen jagerspak en deed zich klaarblijkelijk voor als houtvester”.’
joachim tibertius, SS-Obersturmbannführer
‘Een zomeravond, vlakbij een andere herberg waar wij gekomen waren om bezoek van Martin Heidegger te ontvangen (daar ik hem alleen die keer gezien heb, herinner ik mij zeer goed zijn blauwe blik; ik geloof dat hij als houtvester gekleed was)...’
michel butor, Portrait de l'Artiste en jeune Singe
U bent mijn vader niet! Hij deinst achteruit.
Neen, ik, Martin Bormann, ben uw vader niet. Uw vader is een ander, één die méér is dan ik. Eén in wie de afgrond van het zijn gestalte heeft aangenomen.
In 1945, na een gevaarlijk leven vol teleurstellingen, vond ik hem eindelijk: hij, die achter de horizon van de taal door zijn er-in-gehoudenheid in het niets mijn er-zijn weer zin heeft gegeven en die ik dien en zal dienen tot over de grenzen van zijn en tijd.
| |
| |
Doet een stap opzij. Mijn meester.
‘Die Wahrheit ist Un-Wahrheit, insofern zu ihr der Herkunftsbereich des Noch-nicht (des Un-)Entborgenen im Sinne der Verbergung gehört. In der Un-verborgenheit als Wahrheit zugleich das andere “Un-” eines zwiefachen Verwehrens. Die Wahrheit als solche im Gegeneinander von Lichtung und zwiefacher Verbergung.’
martin heidegger, Der Ursprung des Kunstwerks
Bij het verschijnen van Martin Bormann doet een nieuw muzikaal cultuurgoed zijn entree: het strijkkwartet. Een strijkkwartet echter dat enigszins omlaaggevallen is: bestaande uit twee altviolen, cello en contrabas. Dit strijkkwartet zet de door Haydn in zijn strijkkwartet op. 76 no 3 begonnen variaties op het ‘Gott erhalte Franz, der Kaiser’ (later in ruimer kring bekend geworden als ‘Deutschland, Deutschland über alles’) voort. Stilistisch wordt het thema belicht vanuit de duitse laat-romantiek (Wagner, Reger), en in verband gebracht met het hoofdmotief uit de ouverture van Don Giovanni. Fragmenten van deze variatie-met nog enige andere soortgelijke fragmenten-klinken op bepaalde momenten ook via de band door de luidspreker. Hiermee wordt een zuiver mechanisch ten gehore gebrachte muziek geïntroduceerd, die wij ‘mood-music’ genoemd hebben, een uitdrukking waarrnee het woord stemmingsmuziek niet geheel overeenkomt. Cassette-recorders draaien gedurende de voorstelling lussen (van 5 tot 10 minuten).
| |
| |
Ieder fragment van een lus is representatief voor de ‘mood’ van de hele lus. Er komen in de opera verschillende soorten ‘mood-music’ voor-w.o. protestantse koralen voor koper, een Cage-achtig blaaskwintet, junglegeluiden, geruststellende muziek, zoals die in vliegtuigen bij het opstijgen pleegt te klinken. Elektronisch bewerkte kombinaties van mood-musics en teksten zorgen voor direkt muzikaal kommentaar op het gesproken woord.
Vader! Eindelijk heb ik u gevonden!
Tarzan grijpt een liaan, zweeft door Carré in de richting van de maan.
De vader van onze direkteur-generaal!
| |
| |
Tarzan komt boven het gezelschap te hangen en landt dan in hun midden.
O vader, heilig man, zo teder en toch zo sterk, zo dapper en toch zo slim, zo wreed en toch zo vroom.
Oehoe. Zij liggen in eikaars armen.
Wat een goedgecomponeerde man.
Vader, dit zijn mijn medewerkers.
Chouchou, Cinderella, Claudelle,
Clyde, Clarence, en hier de nieuwe verloofde van
Tarzan springt bovenop Bill, wil hem de keel doorbijten.
| |
| |
Bij de struktuur van deze verwijzing valt het accent op de eenvoudige zijnsbepaling van het pigment.
Natuurlijk, genadige vrouw.
Deze zonderbehandeling is de dagelijkse vervulling van de onmogelijke mogelijkheid niet blank te zijn.
Hij is de zoon van mijn boezemvriend.
Hij is vermomd als kleurhng.
Inderdaad. Bill trekt het bruine vlies van zijn holiviaanse gezicht en ontpopt zich als een rose Amerikaan van hetzelfde type.
Herr, der Mann ist arisch.
Tarzan laat onmiddellijk Bill los en likt hem daarna met verontschuldigend gegrom.
| |
| |
Het in-de-vreugde-gesteld-zijn van mijn meester stemt mijn wezen thans naar de wijze van de herinnering. Mijn meester had een kind, omtrent welks existentie een vragen zich ontvouwt.
Uit Latijns-Amerika stroomt per minuut vierduizend dollar winst naar Noord-Amerika.
Vijf miljoen dollar winst per dag.
Twee miljard dollar winst per jaar.
In Latijns-Amerika blijft voor iedere duizend dollar één dode achter.
Duizend dollar per dode, vier keer per minuut.
Vader, Tarzan, nu ik u heb gevonden, zeg mij, vader, wie was mijn moeder?
Ik begrijp wat u zegt, vader, o zo goed, maar ik versta u niet helemaal.
| |
| |
Gij hebt uw in-de-wereld-zijn verworven toen uw vader, mijn meester, verteerd door de drift van de vermenigvuldiging, op de ijzige top van de Sajama, ver boven de boomgrens, gemeenschap had met de Principia Economica Al Caponensis, de liefste, de bevalligste, de aanminnigste van alle splijtzwammen van de planeet.
De liefste, de bevalligste, de aanminnigste.
De zwam opende zich gewillig voor het zaad van mijn meester, de zwam werd bezwangerd, de zwam gaf geboorte aan u, mijnheer.
| |
| |
Maar reeds spoedig na uw geboorte stelde u uw vader in de grondstemming van het verdriet toen zich in u het heimwee naar het gans andere als zodanig openbaarde.
Ja, ik herinner het mij weer! Ik gleed uit ons nest langs de stam van de reuzenvaren naar beneden en bewoog mij voort in noordelijke richting, tussen de pteridospermae en de cycadophyta. Eenmaal aangeland in het noorden, werd ik direkteur-generaal van de Totaal-Amerikaanse Compagnie-door u, dankzij u, voor u, vader.
Zo ziet het zien nu hoe de herkenning zich herkent en begroet: eind goed, al goed. Wie is de dochter van God?
Wat is het hart van het volkslichaam? Wat is het zijn van het zijnde?
Hij rutscht als een brandweerman omlaag.
De liefde! Twintig schoonheidskoninginnen met sjerpen in nationale kleuren omringen hem meteen.
| |
| |
| |
N is Naastenliefde
Liefde, naastenliefde moet er zijn.
De naastenliefde is lekker.
De naastenliefde is gezond.
De naastenliefde is voordelig.
Voor onze naastenliefde moet alles wijken,
Voor onze naastenliefde gaan wij over lijken.
Voor de naastenliefde wil ik liegen.
Voor de naastenliefde wil ik bedriegen.
Voor de naastenliefde wil ik doden.
Voor onze naastenliefde moet alles wijken,
Voor onze naastenliefde gaan wij over lijken.
| |
| |
De naastenliefde is het onverborgen vragen naar het hoe.
Van de naastenliefde wordt niemand moe.
Voor onze naastenliefde moet alles wijken,
Voor onze naastenliefde gaan wij over lijken.
Kussend en smakkend rollen en tollen zij rond. Zij gaan in polonaise af onder de tonen van een jongenskoor.
De muzikale bouw van deze scène is analoog aan die van Cis Cultuur. De acteurs zingen à la Mothers of Invention, met een ‘Darmstadt’-begeleiding van 7 toetsinstrumenten, terwijl ook motieven uit de songs van Bill en Claudelle opduiken. Het solistenkoor (B) heeft zich intussen ontwikkeld tot een soort Leger des Heils-koor, kompleet met tamboerijnen.
| |
| |
| |
O is Oordeel
Het aan marsmuziek ontleende ritme is een vergroting van het motief bekend van weer andere straatdemonstraties. Hiermee leidt het jongenskoor (op de band opgenomen) ieder rijm in, en er nemen geleidelijk steeds meer musici aan deel.
A is eerst Amerika, daar heb je van gehoord;
Je kunt er veel verdienen, maar je wordt er ook vermoord.
B is zonnig Bolivia, dat is een bloedheet land;
Een lijk blijft daar niet liggen, het wordt meteen verbrand.
C is een rare letter, daarom is het Cultuur;
't Is iets voor sjieke mensen en dat is een beetje zuur.
D is onderdanig Dienen, dat moeten we altijd doen;
Want anders komt er opstand, en dat is onfatsoen.
E is lekker Eten, dat verandert gauw in stront;
En heb je niks te eten, hou dan maar gauw je mond.
| |
| |
F is wat niet waar is, en dat is Fantasie;
En wát daaraan niet waar is, dat merk je een-twee-drie.
G is het licht der wereld, G is de lieve God;
En is het nu niet vreselijk, dat men daar vaak mee spot?
H is Haat en dat is soms goed, en soms is het ook wel slecht,
Naarmate je een heer bent of een knecht.
I is het woord Illusie, dat komt uit het Latijn;
Het is geen revolutie, het is zoiets als schijn.
J was de Grote Moordenaar, maar hij was het niet alleen;
Hij had er nog een helper bij, hij had er wel meer dan één.
K is Klacht, dat hoor je aan, niemand die d'r om lacht;
Het kwaad wordt er niet minder van, het Kwaad blijft
L is het dooie, vieze, vuile, gore, ongewassen Lijk;
Als je het niet geloven wilt, het ligt daarginds te kijk.
M is de bleke Maneschijn, doelwit van de ruimtevaart;
Hee, indiaanse keuterboer, jij hebt daar ook aan meegespaard.
| |
| |
N is Naastenliefde, dat is een druk bedrijf,
Je kunt het best gireren, dan hou je verre hongerlijders
veilig verder van je lijf.
O is oorlog, oorlog, oorlog, o wat een verdriet;
Maar oorlog is ons woordje niet, O is Oordeel in ons
Zijn nu jullie rancunes gaar? Wel, neem ze mee en hou ze;
Ja, lieve mensen, ga nu maar, de letter P is Pauze.
In de pauze klinkt het accoord (voor vier Hammondorgels) dat in A is Amerika gedurende enige tijd de Ouverture stillegde: het Pauze-accoord.
| |
|
|