Om twee uur is de bode me komen zeggen, dat alle convocatiebiljetten bezorgd waren.
't Is zonderling - zonderling.
Me dunkt, we zouden kunnen beginnen.
Schor (op zijn horloge ziende.)
Nog drie minuten, - 't is twaalf minuten over zessen.
Ik geloof, dat uw horloge achterloopt.
Ik kan me maar niet begrijpen, dat er geen leden meer komen. Ik wist niet, dat het politieke leven nog zoo weinig ontwikkeld was, en dat hier - in het hart van het kiesdistrict. We mogen wel met Thorbecke zeggen: de hartader klopt flauw!
Ze zullen toch soms niet in de gelagkamer zijn? Men weet toch, dat onze bijeenkomst hier is, in de gewone vergaderzaal?
O, daar behoeven we niet aan te twijfelen.
Ik ga eens even kijken - men kan het niet weten: in de gelagkamer of voor de deur. (hij gaat naar builen.)