Brieven aan Frederik van Eeden
(1970)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrechtelijk beschermd[Dagboek Frederik van Eeden] woensdag 23 juli 1919's Avonds [dinsdag 22 juli - H.P.] kwam Brouwer (...) Hij sprak ook oover mijn Adwaita stukGa naar voetnoot183 en terecht zei hij dat dèr Mouw niet tot bevrijding is gekoomen. Zijn verzen zijn als een nood-wooning, waarin hij zich beschutte. Het is waar dat mijn leezing van dat gedicht onjuist is. Ik denk hem als een vlinder, na den aardschen dood, hij bedoelde alleen zijn vlinderen in waereldsch schoon van verzen. |
|