Brieven aan Frederik van Eeden
(1970)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrechtelijk beschermd16Waarde Vriend!Ga naar voetnoot115 Ik had Reyding gevraagd, hoe 't stond met et contract tusschen Versluys en mij: hierbij z'n antwoord.Ga naar voetnoot116 Versluys is blijkbaar van gedachte veranderd. Je schreef me: ‘- hij was er zelfs tuk op, het uit te geeven; hij wil voor zijn firma de eer houden, de beste literatuur van ons land uit te geeven, en hij vertrouwt mij onvoorwaardelijk.Ga naar voetnoot117 Hij zou | |
[pagina 55]
| |
zorgen ‘dat het voor December uitkwam.’ Wat dit laatste betreft - 't vóór December uitkomen - kan Versluys zeggen, dat 't ook al weer 'n maand geleden is, sinds hij je dat beloofde, misschien vijf weken; maar dááruit kan toch niet volgen, dat 't nu eerst over 'n jaar kan worden uitgegeven. - Reyding schreef me al in die brief, die me zoo verbijsterde, dat jij Adwaita aanried, de zaken niet te tragisch op te nemen, dat enkele groote uitgevers, Nijgh en Ditmar, de W.B., Robbers, wel coulant waren tegenover et Bureau voor Auteursrechten, maar dat 't meestal heel lastig was, met die heeren 't eens te worden. - Wat nu? Wil jij probeeren, de Versluyzen tot hun vroegere tukheid terug te bewegen? Of is 't beter, naar een van die anderen, de coulanteren, te gaan? Ik voel niet veel voor de uitgaven van de W.B.; daar is toch àl te weinig distinktie in, in die boekjes. - Ik vind 't heel onplezierig, je al weer aan 't werk te moeten zetten, maar zonder jou geeft et niets. Of ik al naar die menschen toe ga, helpt niet. Jíj moet er aan te pas komen. Ik zou zoo graag willen, dat nog vóór December et eerste deel uitkwam. Ook aan Albert Verwey heb ik geschreven,Ga naar voetnoot118 dat ik hoopte, dat Versluys et in de loop van November zou uitgeven; ik vond nam., toen ik thuiskwam, Zondag, 'n brief van Verwey:Ga naar voetnoot119 ‘Het was me een genot met de gedichten kennis te maken. - Ze zijn groot van opvatting, en kunstvol. Gaarne zal ik dan ook het mijne doen, om de aandacht van anderen er op te vestigen, onafhankelijk van de vraag of u sommige in De Beweging wilt doen opnemen. -’ Hij zal zijn best doen, in het OktobernummerGa naar voetnoot120 nog een van de groote verzen te plaatsen. (Victor van Vriesland had hem nam. twee groote verzen gestuurd en wat sonnetten). Nu heeft Verwey last, terwijl 't achteraf misschien blijkt, dat 't niet noodig was. - En ik wou er toch zoo graag bij zijn! Ken je Erneste Bozzano: Ipotesi e teoriche spiritiche? Ik vind dat 'n mooi boek; voorzichtig bespreekt hij de verschillende mogelijkheden. Schrenck NotzingGa naar voetnoot121 moet ik nog lezen; ik heb 't alleen nog maar ingezien. - Groet je vrouw en je moeder. - Dag! J.A. dèr Mouw
| |
[pagina 56]
| |
Werkkamer van J.A. dèr Mouw. Deze interieurfoto werd gemaakt in augustus 1919, toen Dèr Mouw reeds overleden was
|
|