Brieven aan Frederik van Eeden
(1970)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 48]
| |
13Waarde vriend.Ga naar voetnoot101 - Ik ben radeloos. Van Vriesland moet, bij 't uitzoeken van verzen voor tijdschriften, weten, welke verzen van me in de Groene hebben gestaan.Ga naar voetnoot102 Keizersgracht 333 heeft me geen exemplaren gestuurd (behalve van de vorige Zaterdag); dus ik weet niet, wat jij ingezonden hebt; ten minste niet volledig, geloof ik. Ik heb beschreven aan juffrouw Baeza,Ga naar voetnoot103 of ze zoo vriendelijk wou zijn, het me even te schrijven; maar ze antwoordt niet. Wil jij nu even schrijven aan Victor van Vriesland, Rotterdam, Nieuwe Haven 129, wat in de Groene heeft gestaan? Het spijt me erg, dat ik je zooveel last aandoe, maar ik kan 't heusch niet helpen. Hoe wil ik weten, wat jij ingezonden hebt, als mij geen ex. gestuurd wordt? Wil jij ook zorgen voor de Groene van de volgende Zaterdag? Ik heb geen exemplaar van m'n verzen; 't eene is bij jou, 't andere bij van Vriesland. Schrijf dat dan ook aan hem. (namelijk, wat Zaterdag 17 Aug. in de Groene komt).Ga naar voetnoot104 Ik wou geen afzonderlijke, uit de series uitgelichte, sonnetten publiceeren, noch in de Groene, noch in 'n tijdschrift. Dat lijkt jou toch ook niet geschikt? - Zoodra ik van van Vriesland et exemplaar terug heb, zal ik uitzoeken, wat in Brahman I en wat in Brahman II komt. Jij wilt me dan van advies dienen? - Ik vind et erg aardig van je, dat je me zoo helpt, en ik voel me altijd weer op nieuw gegeêneerd, wanneer ik tijd van je in beslag neem. Maar ik kan 't niet alleen. - Met Reyding ben ik doende. Ik moet lid van de AuteursvereenigingGa naar voetnoot105 worden, schrijft hij. Dat raad jij me zeker aan? - Dag! Ik dank je wel. J.A. dèr Mouw |
|