Brieven aan Frederik van Eeden
(1970)–J.A. Dèr Mouw[Dagboek Frederik van Eeden] maandag 10 juni 1918Des avonds21 las ik in de verzen. Ik heb een brief van den Dichter, dèr Mouw. Hij komt Zaterdag22 hier. Hij moet een pseudoniem kiezen, vind ik. Ik was verrukt oover de taalpracht van zijn werk, en de diepte en de kracht. Dit is een groote zeegen, ook rechtstreeks voor mij. Hier vervolgt de lijn van Vondel oover Jacques Perk en oover mij. Ik zie den invloed op zijn werk, van Perk, en van mij (Ellen,23 de Broeders).24 Van Kloos eigenlijk niet. Hij is booven Kloos, laat Kloos ter zij. Hij vervolgt Perk en mij. Ook van Verwey vind ik weinig of niets. Noch van Boutens. Daarom is hij een bevestiging van mijn eigen werk. | |
[p. 20] | |
De enige bewaard gebleven brief van Frederik van Eeden aan J.A. dèr Maouw
| |
[p. 21] | |
| |
[p. 22] | |
| |
[p. 23] | |
| |
[p. 24] | |
Dr. Frederik van Eeden
|
|