Brieven aan Frederik van Eeden
(1970)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrechtelijk beschermd[Dagboek Frederik van Eeden] zondag 9 juni 1918Gisteren was ik met mijn oude moederGa naar voetnoot18 op de pioenententoonstelling, en we hoorden muziek en zagen jonge paren dansen. Toen had ik een moment van groote vreede en geluk. Ik had de Brahman-gedachten in mij van den Onbekende, en ik voelde iets van zijn weezen, dat heerlijkheid maakt uit alle ellende. Ik ben Hem, en al wat ik vrees, zie ik dan als gelukkig en niet te vreezen. Ook de groote menschelijke boosaardigheid is maar een kleine wending in het Eeuwige geluk. Het is als een opfrissching/ een prikkel tot nieuw geluk. Ik voelde dat en het ging niet heelemaal weer weg. Het geeft rust en moed. |
|