Brahman. Deel 2(1920)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 449] [p. 449] [Al wat ik dacht - geloofde je - was waar] Al wat ik dacht - geloofde je - was waar, En goed was alles - vond je - wat ik dee. At Merlin's feet the weary Vivien lay: Jij zag in mij de Wijze Toovenaar, En 'k aaide, zelf al grijs, je roodblond haar, En 't leek dan, ik werd jong weer, en ik glee Naar 't paradijs op roode morgenzee. Dan zie 'k ook jouw kist staan, zwart, op de baar. Soms aai ik mijn haar; maar mijn vingertoppen Zijn veel te wijs: ze laten zich niet foppen; Ze denken: Neen, neen, dat was blond, niet grijs, En 't was zoo zacht, en 't rook zoo naar seringen. - Dan aai 'k maar door de lucht. Herinneringen Golven rondom me, en 'k drijf naar 't paradijs. Vorige Volgende