Brahman. Deel 2(1920)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 339] [p. 339] ['t Is zomer; zondagmorgen. Een tooneel] 'T is zomer; zondagmorgen. Een tooneel Zie 'k plots'ling voor me uit verre jongensjaren: Ik lig in 't gras; er liggen rozeblaren Overal om me, roze en wit en geel; Mijn moeder speelt piano, 't laatste deel Van Gounod's Faust. En 't leek op eens, als waren Aan 't trillen ergens in mij zelf de snaren, En 't bonsde door mijn borst tot aan mijn keel. En 'k huilde en huilde, tot mijn moeder kwam, En me aaide en kuste en me in haar armen nam, En 'k gaf, gelukkig, haar de liefste naam. - 'K zie rozen. De word grijs. Derinnering Voel 'k trillen in mijn keel, en 't is me, als zing Ik stil: Anges des cieux, portez mon âme. Vorige Volgende