Brahman. Deel 2(1920)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 322] [p. 322] [Schijnt - angst voor vroeg're dreiging - valsch en kil] ‘Schijnt - angst voor vroeg're dreiging - valsch en kil Een spokenhand uw slapend voorhoofd te aaien, Dat uw schemerend half besef verwaaien Hoort 't laatst wegsterven van uw eigen gil, En gluren achter muren oogen, stil Meedraaiend met uw vluchtend oogendraaien: Al uw daemonen zal naar de afgrond zwaaien Zwijgend met sprekend handgebaar uw wil. Hun zonde, dat ze hun meerd're weerstonden, Mijn zonde, dat hen, mijn gelijken, bonden Mijn handen in taai net van duisternis, Hun schuld, dat zij hun sterflijkheid neet duldden, Uw schuld, dat mijn krachten uw wenk vervulden, Nu is 't gezoend met uw herrijzenis.’ Vorige Volgende