Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 217] [p. 217] [En zooals Atlas staat - zijn eene voet] En zooals Atlas staat - zijn eene voet Drukt scheef de teenen, ied're teen een rots, In trillend Afrika; nachtlijk gebots Van zijn rijzende Atlantis smijt de vloed Op de and're wreef, terwijl de morgengloed Verheerlijkt op zijn stil gezicht de trots, Dat hij, ied're vezel een ijz'ren knods, De as van de wereld draagt en went'len doet. Zoo boven 't donker van het doodenland Stond Orpheus, toen met ordenende hand Hij profetieën uit de snaren sloeg; En zoo ook dreef, als bovenwereldsch licht, Om Orpheus' houding en zijn wit gezicht De zekerheid, dat hij een wereld droeg. Vorige Volgende