Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 215] [p. 215] [Zooals op de ijlheid van een zeepbel ligt] Zooals op de ijlheid van een zeepbel ligt Toover van landen, kleur'ge zwevelingen, En pracht van transparante schitteringen De weerschijn is van 't ééne wereldlicht, Zoo stralen boven welvende aarde, licht Drijvend op wierookwaas, God's spiegelingen: De paradijzen van de Hemelingen Verdraagt de kracht van 't sterfelijk gezicht. En door profeten, half bewuste tolken, Leiden ze langzaam de opgang van hun volken: Nog denkt 't verganklijke niet 't Eeuw'ge na. Alleen trillende konstellaties luist'ren, Als 't ruischt door nacht en ruimte, en machtig fluist'ren Olumpos, Horeb en Himâlaya. Vorige Volgende