Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 146] [p. 146] [Nog hoorbaar, heel heel ver, is de avondtrein.] Nog hoorbaar, heel heel ver, is de avondtrein. - Blauw naast groen korenveld een boer aan 't werk. Hei. Boven bosch de toren van een kerk. Rust, overal; 't diepst op de spoorweglijn. 'T is of de vijf telegraafdraden zijn Een notenbalk; de sleutel - ginds, die berk; De noten zwaln, zwart op 't roode zwerk; De vlaggetjes hun staarten, lang en fijn. En Mendelssohnsche melodieën zingen Op 't beukenpodium de gietelingen; De nachtegaal vangt zijn nocturnes aan: Dat hij bij 't hoogtepunt van zijn gezangen Goed uit zal halen, komt herinn'rend hangen, Als scheef point-d'orgue, 't boogje van de maan. Vorige Volgende