Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 116] [p. 116] [Zoo, jongen, ben je daar? 'K heb lang gewacht.] Zoo, jongen, ben je daar? 'K heb lang gewacht. Neen, excuzeer je niet: ik had de tijd; Als achter me, ligt vóór me de eeuwigheid, En 'k wist, je kwam. 'K had 't zelf zoo uitgedacht. Neen, mij is niets te klein: ik houd de wacht, Als 't wazig glansje langs een herfstdraad glijdt, En als de duiz'ling op kometen rijdt Door 't steilhellende stadn van de nacht. Van Brahman's wereldrijkdom houd ik boek: Geen Algol, geen elektron is ooit zoek; 'K zie steeds - Laplace - ze elk cirk'len langs hun baan, En als 'k een Brahmanperiode sluit, En Zijn nieuwjaar begin, komt alles uit Tot op een Melkweg en een kindertraan. Vorige Volgende