Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] [Die stond, klaar, op een zolder van mijn geest] Die stond, klaar, op een zolder van mijn geest: Hij stond te wachten, voelde ik, al heel lang. 'K wist, dat ik 't kon: toch was 'k een beetje bang: Ik dacht: In sport ben 'k nooit een held geweest. Maar vierde schoonheid in mijn ziel haar feest, Dan trilde 't in zijn vleugels als gezang; Ik leunde er tegen bij zonsondergang: Dan gonsde 't, diep; maar bij muziek het meest. Toch, als 'k begreep: 'K moet vliegen; neen, ik dans niet - Dan dacht 'k op eens: Hoe staat 't daar ook in 't sanskrit? En aan mijn degen reeg ik gauw die text. En 'k grijpteende op transcendentale draden Van Kant en Hegel en de Oepanishaden: De bezem was 'k, die dansen mòèt, behekst. Vorige Volgende