Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] [Door 't zonlicht zijn vergeestlijkt de satijnen] Door 't zonlicht zijn vergeestlijkt de satijnen Menschengezichtjes van 't violenbed, Denkend pensée en mystisch violet, Waarnaast als zonnetjes de gelen schijnen; Vergadering van dwergjes: 'k zie ze net En face. - Neen, die groote paarsen schijnen Ernstig gebaarde, luist'rende rabbijnen: De Vader-in-de-Hoogte spreekt de Wet: Blij zult gij leven, zult sterven tevreden, Mijn kleurig beelt'nis maken, de aard' beneden, Mij en mijn hemel en u zelf ter eer, Vroom, als 'k herrijzend u kom wakker aaien, Ja knikkend, als mijn stormen u verwaaien; Herrijzen zult ge als ik: IK BEN DE HEER. Vorige Volgende