Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] [En golvend in mijn Brahman, diep en koel] En golvend in mijn Brahman, diep en koel, Zal 'k naar Zijn wet ons beider glorie eeren, En, noctiluca, vroom fosforesceeren Met vonken kunst en eeuwigheidsgevoel; En slaat smartelijk mij Zijn golfgewoel, Ik weet: de schok zal zich tot vlam verkeeren; Tot trots in Brahman zal dat vuur verteren, Wat bleef van angst om Noodzaak zonder Doel. Want toen ik kind was, hoopte ik eens te komen Met die ik liefhad, waar God al Zijn vromen Wijs richtend bracht, en 't Zondag was, altijd: 'T verand'ringlooze in Brahman's Zelfbeschouwing, Stille getuige van Zijn eeuw'ge ontvouwing, Wordt hier beleefd in onuitspreekbaarheid. Vorige Volgende