Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Bevrijding [pagina 53] [p. 53] ['k Weet nog, hoe 'k vaak tegen mijn liefde zei] 'K weet nog, hoe 'k vaak tegen mijn liefde zei: Toe, kindje, wees eens stil! Je bent zoo druk: Jouw zonn'ge woorden vlind'ren 't spinsel stuk, Dat Yâjnawalkya's mijm'ren om me lei. Jij bent mijn jeugd, mijn levend sprookje, jij Mijn morgenster, mijn eenig aardsch geluk; Maar kromgeboeid lig 'k onder lange druk Van menschenleed: wie Brahman kent, is vrij. En als 'k op sneeuwige kometen neer- duizel, de helling af van parabool, Of, fonk'lend, met Orion defileer Langs macht'ge onzichtbaarheid van stille pool, Dan raken we uit de baan door al jouw praten, Èn tijd vergetend, èn coordinaten. Vorige Volgende