Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] [Er zit een schim, wanneer we als vroeger praten.] Er zit een schim, wanneer we als vroeger praten. Hij ziet ons aan; wij doen, als zien whem niet; En de een kijkt steels naar de and're, of hij hem ziet, En de ander antwoordt met niet-merken-laten; We hooren 't, als hij zwijgt hoe we eenmaal zaten, Net zoo, maar anders; en verwond'ring schiet IJl door ons heen, hoe menschen ooit 't verdriet Om dood van liefde eerst, dan van smart vergaten. En daarom praten we, afwezig en druk: We zien en hooren hem slechts, laatst geluk Vol zelfverwijt, en nooit hardop beleden; En als we dood zijn, zal hij met ons gaan Naar hemel of naar hel, en zien ons aan, En zwijgen, heilig diep, van 't oud verleden. Vorige Volgende