Kronijk, of Aantekening der merkwaardige voorvallen binnen de gemeente Heeze en eenige omliggende dorpen en enkelde welken algemene belangstelling verdienen
(1953)–Henricus van Moorsel– Auteursrecht onbekend
[pagina 16]
| |
(1652-1654)/ Pag. 12 / 1652 3 Mei Kruisvinding dag heeft Hark Leenders, vorster te Heeze, het H. Kruis staande omtrent den molen nedergeworpen, en op den zelven dag ook een Kruijs staande op GinderoverGa naar voetnoot(1); welke kruijsen door de inwoonders in den nacht zijn geborgen. Eenige tijd daar na heeft dezelve ook de eijken boom waar onder het Kruijs aan den molen plag te staan aan den grond afgehouwenGa naar voetnoot(2). N.B. Het is op den wortel of stam van dezen boom, dat de thans (1842) nog staande Heilig Kruijsboom is opgeschotenGa naar voetnoot(3). De standplaats gelegen is Sectie F.N. 36Ga naar voetnoot(4). In 1840 is dezelve door Burgemeester en Assessoren van HeezeGa naar voetnoot(5) opgemeten en bevonden op een hoogte van 4 palmen boven den grond eene dikte of omgang te hebben van 7 ellen 3 palmen; vervolgens verdeeld zich de boom in vijf takken of separate bomen, waarvan de 1e een omgang heeft van 3 ellen 2 palmen 3 duimen; de 2e een omgang van 1 el 7 palmen 5 duim; / Pag. 13 / de 3e een omgang van 1 el en 9 palmen; de 4e een omgang van 1 el 5 palmen 4 duimen, ende 5 een omgang van 1 el 2 palmen 4 duimen, makende alzoo de omgang der vijf separate bomen of takken te zamen 9 ellen 6 palmen en 7 duimenGa naar voetnoot(1). Ter plaatse waar de takken of afzonderlijke bomen zich verdelen is in den stam eene holte of putje - echter met schors even als de boom van buiten is bekleed -; hetzelve heeft eene diepte van circa 3 palmen en is meesten tijd met water gevuld, doch met zeer droge jaren gebeurd het, dat het putje geen water inhoud. In 1834 tijdens er alhier inkwartiering van troepen was, heeft men heimelijk - denkelijk uit godsdienst haat - terwijl de boom de naam van Heijlig Kruijsboom draagd, en de catholijken bij den zelven uit aandenken van het aldaar gestaan hebbende kruijsbeeld des Vrijdags avons | |
[pagina 17]
| |
/ Pag. 14 / wel eens gaan bidden - drie takken van den zelven met eene zaag een kring rond om doorgesneden, doch welke doorgesneden kringen met een naad weder de schors aan elkander gegroeid isGa naar voetnoot(1). Thans 1842 zijn de beide kruijssen welken aan den molen, en op Ginderover gestaan hebben noch voor handen, en zijn in de kerk geplaatst. Het 1e boven het altaar van St. Job en het 2e boven het altaar van Onze Lieve VrouwGa naar voetnoot(2). 1654 in den winter hebben de Lorijnen in het land van Luijk gelegen, aldaar zodanig de baas gespeeld dat de huisluiden de vlucht moesten nemen en hunne woningen verlaten; dezelven hebben Peer, Harnond en meer andere plaatsen afgebrandGa naar voetnoot(3). Zelve jaar is de hertog van Lotharingen die dezelven commandeerde gearresteerd en op het Kasteel van Antwerpen gevangen gezet en van daar naar Spangnien / Pag. 15 / verzondenGa naar voetnoot(1). 1654 hebben die van het nieuw geloof - zich noemende Geuzen - St. Jobs kapel, staande tussen den ouden toren en Leende (sectie D n. 1159)Ga naar voetnoot(2) tot aan den grond afgebroken en de steenen gebruikt aan de predikantswoningGa naar voetnoot(3) des tijds de R.C. pastorieGa naar voetnoot(4) en gelegen in sectie D n. 1019Ga naar voetnoot(5)Ga naar voetnoota; de klok uit die kapel is naar het kasteel van Heeze overgebragt - is dezelveGa naar voetnootb klok waar men de Domestieken mede bij elkanderen roept om te etenGa naar voetnoot(6). 1651Ga naar voetnootc hebben die van Heeze, Leende, Geldrop enz., enz., het kerken huis beginnen te timmeren omtrent HuchtenGa naar voetnoot(7) op het Spaansch, en in het zelve jaar vol maakt, ten einde aldaar ter kerk te gaan, terwijl het onder het gebied der Staten verboden was eenige kerkdienst voor de R.C. te houden, en ook allen de kerken aan hun waren ontnomenGa naar voetnoot(8). |
|