De les van Kunawaraku
Vroeger, toen er nog geen vliegvelden bij onze dorpen waren, maar er wel al vliegtuigen overvlogen, waren de mensen bang als ze er een hoorde vliegen. Ze waren toen ook bang voor de ‘pananakiri’, want die hadden in het verleden slechte dingen gedaan, Trio's en anderen gevangen genomen. Oude mensen vertelden daarover.
Dus als er een vliegtuig overvloog, verstopten de mensen zich. Dat deden ze ook toen ze dachten dat er een ging landen op de savanne. Kunawaraku, een oude vrouw, begon te huilen. Ze zei al snikkend: ‘Dit is de reuzenkorjaal van mensen. Die komt hierheen. Zijn jullie niet bang? Ik wel, ik ben bang. Ze huilde hard toen ze dacht dat het vliegtuig ging landen en zei: ‘Deze reuzenkorjaal gaat jullie meenemen. Dat doen de witte mensen. “Ik doe zout en peper op hun vlees, ik maak het smakelijk en dan eet ik het”, dat zeggen ze. Het zijn menseneters. Dus je moet verdrietig zijn, je moet huilen.’
En toen zong Kunawaraku haar lied:
dit is de reuzenkorjaal ze nemen je mee
de witte mensen eten je op