broeder werkelijk was gegaan om het bestrijden van de tirannie, de functie van scheidsrechter in de conflicten in Syracuse, dat zich als oude kolonie tot de moederstad Korinthe had gewend. De aanhangers van de verjaagde tiran Dionysios ii stonden lijnrecht tegenover de rest van de bevolking onder Hiketas, die voor die verjaging de Carthagers te hulp had geroepen. Timoleon versloeg de Carthagers, kon de partijen verzoenen en vestigde in Syracuse een democratie. Ook elders op Sicilië werden de tirannen afgezet en vervangen door democratische regeringen. Timoleon kon zich terugtrekken en bleef tot het einde van zijn leven een alom gerespecteerde bewoner van Syracuse.
Aldus Ploutarchos, die in zijn biografie een duidelijk geïdealiseerd beeld geeft van Timoleon. Nuchterder is Diodoros Sikoulos, die bij de broedermoord noch bij de aanvaarding van de Syracuse-opdracht spreekt van aandrang van de omgeving. Wel geeft hij de gedachte weer, hier in de mond gelegd van Timoleon zelf, dat een wijs bestuur over Sicilië zal bewijzen dat de moord van destijds een tirannenmoord geweest is en dat bij blijken van heerszucht de daad gekwalificeerd moet worden als broedermoord. Ook voert hij Timoleon op als degene die Sicilië voorspoed en democratie gebracht heeft. Uitbundig in zijn lofprijzingen is Nepos in zijn Timoleon-biografie.
In de moraliserende literatuur van de oudheid en van de nieuwe tijd is de broedermoord een herhaaldelijk terugkerend voorbeeld van een conflict tussen familiebanden en de verdediging van de vrijheid. Zo komt Montaigne in zijn Essais 1580 tot tweemaal toe op deze kwestie terug. Bewondering overheerst bij deze auteur, zoals ook in de tragedies van Martyn 1729 en La Harpe 1764 en zeker in Alfieri's Timoleon 1784: een van zijn ‘tragedie di libertà’, waarin de tragiek nog wordt verhevigd, omdat hierin een al even nobele Timophanes ten tonele wordt gevoerd, die echter geen afstand kan doen van de macht. Een stuk van Chénier 1794 met muziek van Méhul werd vanwege zijn benadrukking van het vrijwillige aftreden van Timoleon anti-tiranniek geacht en derhalve door Robespierre verboden. Een schilderij van Taillasson 1796 met de oude en geliefde Timoleon, een werk dat een pacifistische geest ademt, is waarschijnlijk geïnspireerd door dit stuk van Chénier. De dood van Timophanes is in diezelfde jaren in beeld gebracht op schilderijen van onder meer Lafond le Jeune 1796, Meynier 1791 en A.E. Fragonard 1793.