Van Alexandros tot Zenobia. Thema's uit de klassieke geschiedenis in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
(1998)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 220]
| |
Lucius Tarquinius Priscus & Tanaquilvormden het koninklijk paar dat rond 600 v.C., na de vierde koning Ancus Martius, over Rome regeerde. Tarquinius (zijn eigenlijke naam was Lucumo) was de rijke telg van een vanuit Korinthe naar het Etruskische Tarquinia uitgeweken familie. Hij meende dat voor hem grotere dingen waren weggelegd dan hij als zoon van een immigrant in Tarquinia kon bereiken. Met zijn echtgenote Tanaquil, die hem in deze ambitie krachtig steunde, trok hij naar het opkomende Rome. Vlak buiten de stad, op de Ianiculus, greep een adelaar Tarquinius' hoofddeksel, vloog ermee omhoog en daalde daarna weer neer om het terug te plaatsen. Tanaquil, naast haar man in de wagen gezeten, maakte uit dit voorteken op dat hij een grote toekomst tegemoet mocht zien. In Rome maakte Tarquinius zich met zijn vrijgevigheid en raadgevingen geliefd in brede kring, ook bij de regerende koning Ancus. Na diens overlijden wist Tarquinius de overhand te krijgen op diens zonen en het koningschap te verwerven. Hij was een goed en krachtig bestuurder. Een enkele maal toonde hij evenwel te weinig respect voor de religieuze voorschriften. Zo bespotte hij de waarzegger Attius Navius, toen deze hem voorhield dat hij een bepaalde militaire reorganisatie niet kon doorvoeren zonder acht te slaan op de voortekenen. Hij daagde de waarzegger uit te realiseren wat hij, Tarquinius, op dat moment in gedachten had. Toen Attius Navius zich daartoe bereid verklaarde, vroeg hij hem een steen te splijten met een scheermes. Navius aarzelde niet en kliefde de steen doormidden. In het koninklijk paleis woonde een kind, Servius Tullius, volgens sommige auteurs de zoon van een slaaf, volgens Livius echter een telg uit een door de Romeinen overwonnen koninklijk geslacht. Waargenomen werd eens, hoe rond het hoofd van het slapende jongetje vlammen speelden. Tanaquil herkende dit als een voorteken van een bijzondere toekomst voor het kind. Het echtpaar bracht de jongen dan ook groot als adoptiefzoon, tot ongenoegen van de zonen van Ancus Martius, die zich het koningschap opnieuw zagen ontgaan. Zij vermoordden Tarquinius. Door het ingrijpen van Tanaquil, die de dood van Tarquinius enige dagen geheim hield en Servius Tullius intussen als plaatsvervanger op de troon installeerde, liep hun plan tot machtsovername op niets uit en werd Servius Tullius opvolger van Tarquinius.
Het verhaal van Tarquinius en Tanaquil, zoals dat is te vinden in het eerste boek van Livius, is mogelijk een reminiscentie aan de tijdelijke Etruskische heerschappij over Rome. De koning zou Etruskische gebruiken als de gladiatoren- en circusspelen, de triomftocht en de waarzeggerskunst in Rome hebben geintroduceerd, en begonnen zijn met een omwalling die door zijn opvolger zou zijn voltooid (de zogenaamde Serviaanse Muur waarvan nog her en der in Rome resten te zien zijn). Op het Capitool begon hij met de bouw van de tempel voor Iupiter. Volgens Lactantius kocht Tarquinius de Sibyllijnse Boeken van een onbekende vrouw of van de Sibylle van Cumae zelf. Een anekdote zegt dat de koning niet de gevraagde prijs wilde betalen en dat de vrouw drie boeken verbrandde. Bij hernieuwd aanbod weigerde Tarquinius de rest te kopen, zodat er weer drie verloren gingen. Uiteindelijk moest hij voor de resterende drie de prijs neerleggen die aanvankelijk voor de complete reeks was gevraagd. De meeste auteurs, onder meer Dionysios van Halikarnassos, Plinius Maior en Gellius, schrijven de aankoop toe aan de latere koning Tarquinius Superbus. Deze verzameling orakelspreuken werd bewaard in de tempel van Iupiter en zou tot ver in de keizertijd een bron van advies zijn in geval van een noodtoestand. De verzameling spreuken en geheimzinnige teksten stamt vermoedelijk uit Klein-Azië en zou geschre- | |
[pagina 221]
| |
Tarquinius en Tanaquil naderen Rome, 1643, houten deurpaneel in de zaal met de ‘Trionfi di Mario’ in het Museo Capitolino, Rome. De voorstelling maakt deel uit van een reeks panelen met scènes uit de geschiedenis van het antieke Rome. Linksboven vliegt de adelaar met de hoed van Tarquinius. Boven het tweetal in de wagen zijn het Pantheon en de Pyramide van Cestius (resp. 2e eeuw n.C. en ca. 12 v.C.) herkenbaar. Rechts boven zijn mogelijk »Numa Pompilius en de nimf Egeria, eveneens op de Ianiculus, bij de heilige eik voorgesteld.
| |
[pagina 222]
| |
ven zijn door de Sibylle van Erythrai. Voor de consultatie was een college van 15 mannen aangewezen, ingesteld door Tarquinius. De koning stond afgebeeld in de galerij met ‘viri illustres’ op het Forum van keizer Augustus, maar er zijn geen afbeeldingen bekend. Perino del Vaga schilderde rond 1525 in het Palazzo Baldassini te Rome twee Tarquinius-taferelen: de wagen-scène en het splijten van de steen door Attius Navius. De adelaar die het hoofddeksel van Tarquinius licht, is ook te vinden op een aan Jacopo del Sellaio toegeschreven cassone-paneel uit de 15e eeuw. Beccafumi schilderde Tanaquil in een reeks panelen ca. 1519 met Cornelia, Penelope en Marcia (de vrouw van »Cato Censorius) als toonbeelden van deugdzaamheid en vernuft. Ricci schilderde 1694 de splijting van de steen: deze heeft de vorm van een zuil en is vermoedelijk een toespeling op de familie Colonna. Odevaere 1811-13 maakte voor het paleis van de koning van Rome, het Quirinaal, ‘Tanaquil voorspelt de toekomst van Servius Tullius’, een niet uitgevoerd ontwerp voor een decoratie die moest verwijzen naar de toekomst van de pasgeboren zoon van Napoleon als koning van Rome. Hetzelfde thema werd door Kauffmann in 1785 geschilderd voor de keizerin van Rusland. In muziek en toneel is de thematiek van Tarquinius zelden gebruikt. Er is een Servius-Tullius-opera van Steffani 1685. Hensen schreef in 1953 een toneelstuk over Tarquinius en Tanaquil, waarin de voortdurende voorkennis en wijsheid als dodelijk voor de menselijke geest worden afgeschilderd. Eving 1933. |
|