Van Alexandros tot Zenobia. Thema's uit de klassieke geschiedenis in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
(1998)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve– Auteursrechtelijk beschermdKimon(ca. 507-449), lid van een oude adellijke familie, zoon van Miltiades. Toen Miltiades, de grote overwinnaar van de slag bij Marathon in 490, na een kleine militaire mislukking in ongenade viel, werd hem een boete van 50 talenten opgelegd. Bij uitblijven van de betaling werd hij, naar onder meer Nepos, Ploutarchos en Dio van Prusa berichten, in de gevangenis geworpen. Toen hij, nog steeds in gevangenschap, in 489 stierf, moest Kimon volgens sommige auteurs (Diodoros Sikoulos en Iustinus) zelfs diens plaats in de gevangenis innemen om het lijk van zijn vader vrij te krijgen voor een eervolle begrafenis. In werkelijkheid moet voor de kapitaalkrachtige Kimon het betalen van de boete geen probleem zijn geweest. Mede door zijn rijkdom kon hij na de Perzische oorlogen als rivaal van »Themistokles een belangrijke rol spelen op het Atheense politieke toneel, waarin hij zich van deze onderscheidde door zijn streven naar een vreedzame band met de Spartanen. Ploutarchos beschrijft hoe zijn rijkdom hem in staat stelde belangrijk bij te dragen tot de openbare voorzieningen in de stad. Hij financierde openbare gebouwen aan de Agora als de ‘Hermenstoa’ en liet voor de bevolking tuinen aanleggen. De tempel van Hephaistos, het zogenaamde Theseion, werd gebouwd onder zijn auspiciën en diende als laatste rustplaats voor de beenderen van Theseus die in 476/5 van Skyros waren gehaald. Het was een herinnering aan Miltiades, die in Marathon hulp zou hebben gekregen van deze mythische koning. Nadat in Athene een op democratische principes geënt bewind onder leiding van Ephialtes aan de macht was gekomen, werd Kimon in 461 verbannen: vermoedelijk vanwege zijn tegenstand tegen dit bewind, volgens de politicus en redenaar Andokides echter omdat hij incest zou hebben gepleegd met zijn zuster Elpinike. In 457 werd hij terug- | |
[pagina 135]
| |
geroepen, maar zijn politieke rol was uitgespeeld. Tijdens het beleg van Kition op Cyprus in 449 overleed hij aan een infectieziekte.
Kimon krijgt als edel en scrupuleus veldheer een gunstig portret bij Herodotos en in de biografieën van Ploutarchos en Nepos. Ook bij Dio Cassius, Diodoros Sikoulos en Iustinus staat hij goed aangeschreven. Valerius Maximus geeft het verhaal van Kimon en het lijk van Miltiades in het kader van een reeks voorbeelden van respect van kinderen jegens hun ouders en in een reeks blijken van de ondank van de Atheners jegens hun grote leiders zoals »Solon, Themistokles en »Phokion. In de kunst van de oudheid is Kimon afwezig, tenzij in de vorm van een overigens niet met zekerheid te interpreteren postuum portret. Zijn vader Miltiades komt een enkele maal voor. Van een huis in Gorcum kennen we drie glas-in-loodramen uit ca. 1621 met Miltiades in de kerker, Metellus verbannen en weer in ere hersteld, en Tanuria die haar man Titus Vinius in een kist verstopt om hem te laten ontsnappen, waarna ze gratie krijgt van Augustus. De drie taferelen symboliseren de gevangenzetting en ontsnapping van Hugo Grotius in 1621 en zijn wellicht door hemzelf gekozen. Peyron schilderde in 1780 hoe het rottende lijk van Miltiades wordt weggesleept, terwijl cipiers Kimon in de boeien slaan. Het schilderij verwijst mogelijk naar de in die jaren heftig omstreden veroordeling en executie van een generaal, Lally-Tollendal, die in een slag met de Engelsen het onderspit had gedolven. Sizoo 1957-58. |
|