Van Alexandros tot Zenobia. Thema's uit de klassieke geschiedenis in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
(1998)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve– Auteursrechtelijk beschermdArion,een uit Methymna op Lesbos afkomstige, beroemde zanger en dichter, die rond 600 v.C. leefde en werkte aan het hof van de Korinthische tiran Periandros (625-585), een der Zeven Wijzen. Nadat hij, aldus Herodotos, op een tournee door Sicilië en Italië veel rijkdom had vergaard, wilde hij de terugreis naar het hof van Periandros aanvaarden. Hij huurde een schip bemand door Korinthiërs, die hij meende te kunnen vertrouwen. Op volle zee echter maakte de bemanning aanstalten Arion te beroven en hem in zee te werpen. Hij kreeg toestemming tot het zingen van een laatste lied, en wel in plechtige kledij op de voorplecht, en sprong daarna in vol ornaat te water. Een dolfijn redde de kunstenaar en bracht hem op zijn rug bij Tainarion aan land. Periandros toonde zich ongelovig tegenover Arion en ondervroeg de inmiddels ook teruggekeerde bemanning, die berichtte dat Arion gezond en wel in Italië was achtergebleven. Na de confrontatie met Arion werd de bemanning gestraft.
Het verhaal is Herodotos wellicht ingegeven door een in zijn werk beschreven monument voor Poseidon bij Tainarion. De geschiedenis keert terug bij talrijke auteurs zoals Ovidius in diens Fasti. In de Zeegodengesprekken van Loukianos prijst Poseidon de mensvriendelijke dolfijnen, terwijl in Hyginus' Astronomica de dolfijn als ster aan de hemel wordt opgenomen. De wonderbaarlijke redding zou Arion te danken hebben aan zijn de goden welgevallige gezangen: hij staat te boek als degene die de Dionysische dithyramben vervolmaakte; deze zouden een belangrijk element in de latere tragedie vormen. Helaas zijn er geen werken bewaard gebleven. Aangezien de dolfijn vooral met Apollo, beschermheer van de literatuur, in verband staat, kan er ook een specifieke relatie met deze god bestaan hebben. In de kunst van de oudheid is de beroemde zanger zelden vertegenwoordigd. We kennen hem van laat-antieke munten en van een mozaïek in Piazza Armerina (Sicilië) ca. 330-350. Een door Pausanias beschreven beeldengroep door Myron, Kephisodotos of Lysippos is niet bewaard gebleven, zelfs niet in kopieën of in afbeeldingen. In het 15e-eeuwse Defensorium van Franz von Retz (»Claudia Quinta) past het verhaal van Arion in het betoog dat als zonderlinge zaken als deze zich konden voordoen, het geenszins onwaarschijnlijk is dat Maria enkel door bemiddeling van de H. Geest het leven heeft geschonken aan haar Zoon. In de beeldende kunst is Arion vanaf de renaissance meestal afgebeeld met zijn citer en op de rug van de dolfijn en geldt hij dikwijls als zinnebeeld van de poëtische inspiratie. In die gedaante vindt men hem op medailles, in boekverluchtingen, in gravures uit het begin van de 16e eeuw van onder meer Breu de Oudere en Altdorfer, en later bijvoorbeeld in de frescocyclus van Annibale Carracci in het Palazzo Farnese 1597-1600 en die van Romanelli tweede kwart 17e eeuw in het Palazzo Costaguti, beide te Rome. Mantegna schilderde het Arion-verhaal in drie taferelen in de Camera degli Sposi van het Palazzo Ducale te Mantua, waarin hij ook het Orpheusverhaal in beeld bracht. In de beeldhouwkunst is er een werk van Hiolle 1866. In de literatuur treedt Arion als toonbeeld van de dichtkunst naar voren onder meer in een ballade van A.W. von Schlegel. Schamp 1976. |
|