Forum: brieven, citaten, dokumenten en knipsels

[p. 356]

tiende nummer Gedateerd: October 1935 (Dit nummer heeft Du Perron in Parijs op 9 oktober ontvangen)

IV 10, 933 Vlaanderen

IV 10, 934-938 Het Verzaken
R. Herreman

Vervolgd in IV 12, 1134-1143.

Opgenomen in Fr. Closset, Raymond Herreman, De dichter en de criticus, Manteau, Nijgh en Van Ditmar, Brussel, Rotterdam, 1944.

IV 10, 939 De Onverschillige [g]
J. Verbruggen

Opgenomen in Frans Buyle, De steen der wijzen, De Sikkel, Antwerpen, 1937.

IV 10, 940-969 Doppen [slot]
Marcel Matthijs

IV 10, 970-972 De keerzijde. Over keerzijdetjes en tutti quanti
M[aurice]. R[oelants].

Roelants bekijkt een paar reacties op De keerzijde.

Johan de Maegt van Het Laatste Nieuws ‘houdt niet van stof en strijd en zeker niet van het stof van den strijd, ook niet van een speldeprikje in de luchtballonnetjes van onze litteraire dwaasheden. Forum verdient dan ook geen woord commentaar meer.’

‘Lode Monteyne reageert op dezelfde wijze als Johan de Maegt, hij schrapt in zijn overzicht een stuk als Eindelijk “more brains” uit den inhoud van Forum’ omdat hij tot ‘briefwisselend lid van de Koninklijke Vlaamsche benoemd’ is. Ernest Claes is erg boos op Forum vanwege het stukje in IV 9, 931-932.

bespreking

Joh. de Maegt in Het Laatste Nieuws, 17 oktober 1935:

‘In zijn schriftuur legt hij ons goedheid, zuiverheid van motieven, edelheid en teerheid van hart ten laste. Hoe zouden wij echter den hemel danken, konden wij die deugden waarachtig tot de onze rekenen.’ Dat hij de Keerzijdetjes niet vaak vermeldde, kwam ‘doordat wij ze daartoe niet altoos belangrijk genoeg vonden. Zij waren dan aan nietigheidsjes gewijd, waarvoor, meenden wij,

[p. 357]

Forum zijn belangstelling niet had moeten scherpen.’ Zo was bijvoorbeeld ‘het weeke proza van Kan. Amaat Joos [...] misschien een paar regels in Keerzijde waard’, maar meer niet.

IV 10, 972-974 De keerzijde. Radio en cultuur
M[arnix]. G[ijsen].

Naar aanleiding van Cultuurproblemen van onzen tijd door ir. J.G.R. van Dyck beklaagt Gijsen zich over de officiële radio in Vlaanderen.

‘De wet van het getal inspireert duidelijk de radiopolitiek die sedert jaren onverschrokken wordt gevolgd door menschen van goeden wil maar van beperkte geestelijke middelen. [...] Moet er een aanstelling gebeuren dan kiest men niet die menschen die op een of ander gebied van den geest reeds wat hebben gepresteerd; men past de strikte rechtvaardigheid toe: nr. 1 is socialist, nr. 2 is liberaal, nr. 3 is katholiek. Al het overige is bijzaak.’

IV 10, 975 Nederland

IV 10, 976-891 De scheepsarts
Constant van Wessem

bio- en bibliografische gegevens

Jacques Constant van Wessem werd geboren op 25 april 1891 in Den Haag en overleed op 21 december 1954 in Wassenaar. Na een muzikale opleiding werd hij journalist; van 1924 tot 1935 was hij muziekredacteur van De Groene Amsterdammer.

Hij debuteerde in 1913 met Gustav Mahler en zijn kunst. Hij was in 1916 een van de eerste medewerkers en al gauw redacteur van Het Getij. In 1924 was hij een van de oprichters van De Vrije Bladen, waarvan hij tot 1939 redacteur gebleven is. Hij schreef ook onder de naam Frederik Chasalle. Ten tijde van Forum publiceerde hij ook in Den Gulden Winckel (1933, 1934).

Bibliografie in Documentatiedienst LM/AMVC.

Brieven, documenten en knipsels in LM.

Opgenomen in Constant van Wessem, 300 Negerslaven, Querido, Amsterdam, 1935.

IV 10, 982 Gedragslijn [g]
Victor E. van Vriesland

Opgenomen in Victor E. van Vriesland, Herhalingsoefeningen, Querido, Amsterdam, 1935; en in DV.

[p. 358]

P. Verhoog

bespreking

D.A.M. Binnendijk in De Groene Amsterdammer, 28 december 1935.

IV 10, 983 Gamma [g]
P. Verhoog

bio- en bibliografische gegevens

Pieter Hugo Gerardus Verhoog werd geboren op 11 januari 1893 in Amsterdam. Hij was koopvaardij-officier, werd in 1948 kapitein van de Noordam er werd gepensioneerd als commodore van de Holland Amerika Lijn.

Hij schreef in de Nieuwe Rotterdamse Courant over Amerika en in de rubriek Kunst en letteren. Ten tijde van Forum publiceerde hij ook in De Stem (1935) Hij heeft veel romans en toneelstukken geschreven.

IV 10, 984-997 Blocnote klein formaat
E. du Perron

Grotendeels opgenomen in E. du Perron, Blocnote klein formaat, Boucher 's-Gravenhage, 1936; en in VWdP II en V.

[p. 359]

Constant van Wessem met zijn zoon, augustus 1927

IV 10, 998 Jaap Beckmann
M[enno]. t[er]. B[raak].

Met vier pagina's reprodukties van tekeningen van Jaap Beckmann.

IV 10, 999-1023 Else Böhler, duitsch dienstmeisje [10]
S. Vestdijk

IV 10, 1024-1025 Panopticum. Voor het Critisch Bulletin
E. d[u]. P[erron].

Zie ook IV 4, 406-408.

Du Perron herinnert eraan dat Anthonie Donker ‘a large amount of fuss’ gemaakt had over de beroepseer en het geweten van de criticus (namelijk in De beroepseer van den criticus, in De Stem, december 1934, blz. 1217-1218 = Critisch Bulletin, blz. 353-354), maar bespreking van het werk van Ter Braak en van hem werd in Critisch Bulletin overgelaten ‘aan de kompetentie van de hollandse huishoudschool’; Politicus zonder partij werd besproken door Thea Poortman en De smalle mens door Tonia de Bilt. Maar ‘de reaktie voor het

[p. 360]

Critisch Bulletin op mijn Smalle mens’, authentiek ‘tot in de aan- en afwezige punktuatie, de mise-en-page en de anonymiteit’ is de volgende brief:

7 Januari 1935

Hooggeachte Heer du Perron

Hoe is het mogelijk dat iemand zoo bijtend kan zijn

Zoo in alles en alles iets ontdekken kan waarin het minderwaardige naar voren gehaald wordt

Ik denk hierbij, en ik heb het juist weer eens herlezen aan uw hoofdstuk ‘De grote dingen van de Planken’ aan Jezus en aan Mohammed

Als U alles en iedereen dan wilt uitrafelen zoo - dat er niets als een hoop pluizen overblijft, waarom zegt U dat dan niet aan het begin van uw boek de smalle mensjes kunnen dan tenminste smal blijven en niet lezen wat toch eigenlijk met zooveel sarcasme door U neergeschreven wordt.

Het door U opgespaarde gif zoudt U ook aan een ammunitiefabriek kunnen verkoopen dan zou dat geheele hatelijke menschenras opgeblazen kunnen worden.

Waarom laat U de smalle mensjes niet in hun smalle waarden?

Waarom mag Jezus niet Jezus

De tooneelspeler de tooneelspeler en Ambrosia de drieéénheid niet zijn?

Ik vraag U, waarom mag dat niet?

Ik bewonder U om Uw kennis en toch ben ik Oh! zoo nijdig op U dat gewroet en gerafel

Ik ga een wandeling langs het strand maken om het stof te laten wegwaaien

Maar dit briefje stuur ik U en U mag er zoo hard om lachen als U zelf maar wilt

want het is maar
een lezeres
die een beetje reconsitrant is

bespreking

Den Gulden Winckel, oktober 1935, blz. 107.

IV 10, 1025-1028 Panopticum. Volgorde van versregels
Hendrik de Vries met een naschrift van S. V[estdijk].

Naar aanleiding van IV 8, 819-824.

bespreking

Den Gulden Winckel, oktober 1935, blz. 107.