Dagelijks leeven van een wel-gesteld Christen, uit-gebeeld in verscheide zang-versen
(ca. 1720)–David Montanus– AuteursrechtvrijToon: Tranquilles coeurs &c.1. Wat heeft 't gelovig hart al vreugd,
Als d'eendragt in Gods Kerk mag bloejen
En d'ongeveinsde Liefd', en deugd,
De schaar der Vroomen aan doet groejen;
En elk na 't diep geheim, van 't zaligmakend woord
Met lust, en aandagt hoord,
| |
[pagina 80]
| |
En elk na diep geheim, van 't Saligmakend woord
Met lust, en aandagt hoord.
2.
Als Aron God werd toegewijd,
Werd geurzalv op zijn hooft gegoten;
Die baard en kleed-zoom overglijd,
En streelt den reuk der Bond-genoten
Maar die geliefde geur wijkt voor de zoetigheid.
Die d'eendragt steets verspreid.
Maar die geliefde geur wijkt voor de zoetigheid,
Die d'eendragt steeds verspreid.
3.
De dauw die Syons top besproeit,
En doet met lagchend groente praalen,
En op 't omleggend land neervloeid,
Kan niet by eendragts Bloey-dauw halen:
Want eendragt maakt dat God den zijnen zegen geeft,
Waar door men eeuwig leeft.
Want eendragt maakt dat God den zijnen zegen geeft,
Waar door men eeuwig leeft.
|
|