Dagelijks leeven van een wel-gesteld Christen, uit-gebeeld in verscheide zang-versen
(ca. 1720)–David Montanus– Auteursrechtvrij
[pagina 39]
| |
Iesus Al in Al.Ga naar margenoot+ | |
Stem: Onse Vader.1. O Heere maakt den waan van iet
In my geheel en all tot niet,
En weest alleen voorts all in alle,
Wat ik en ben, en wezen zal,
Laat all het Oude gaan voor by,
En maakt het alles nieuw in my.
2. Wat baat my, of ik alles kenn',
Soo ik van u onkondig ben?
Wat schaat my of ik niets en wist,
Als ik maar u en kenn' O Christ!
O eenig kennens-weerdig Pant,
Weest all in alle mijn verstant.
3. Den drie-hok van mijn lustig hert,
Door 't Al-rond nooit vervult en wert,
Mijn hoop, en vrees, en vreugd en lust,
En liefde vinden nimmer rust.
Weest all, Heer, na gelegentheit,
In alle mijn genegentheit.
4. Gelijk de Man is, is zijn kragt,
Maar ik ben niet? en niets mijn magt,
Mijn Vyanden zijn veel, en boos,
Haar listen sterk, haar sterkte loos,
Op dat ik niet en kom' ten val,
Weest Heer mijn wapenrusting all.
5. Weg voordeel, Wellust, staat, en eer,
Ik wil u tot geen doel-wit meer,
't Zy dat ik eet, of dat ik drink,
Of doe ik eenig ander dink,
All wat ik denk, of spreek, of werk,
Weest all, Heer in mijn ooge-merk
| |
[pagina 40]
| |
6. Des werelts vriendschap die is quaat,
Met God in Vyantschap, en haat:
Dat ik voortaan geen Vrient en ben,
Nog Vader nogte Moeder kenn',
Als die ook zijn van u getall,
Weest, Heer, in all mijn Vrientschap all.
7. Niet my, niet my, O lieven Heer,
Maar uwen naam alleen geef d'eer
Van mijn regtveerdigheit voor God,
Van aanvank, voorgang, en van 't slot
Der Heiligheit, die ik beloof,
Weest all, Heer, in all mijn Geloof.
8. Weest my in allen voorspoet all,
En all in allen ongeval,
Weest my, ook alles t'allerstee,
En alles t'allen tijden mee,
't Zy dat ik Leef, of sterven zal
Weest, Heer, en blyft my all in al.
Uyt. |
|